Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2015 / Antipsychotica vier keer vaker in verpleeghuis

Antipsychotica vier keer vaker in verpleeghuis

6 augustus 2015, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 150 Nr 32/33

Bewoners van verpleeghuizen gebruiken ruim vier keer zo vaak een antipsychoticum als zelfstandig wonende geneesmiddelgebruikers. Dit blijkt uit een vergelijking tussen beide groepen. Bloeddrukverlagers van het raas-II-type worden juist minder vaak verstrekt.

De SFK ontvangt maandelijks gegevens over verstrekkingen van geneesmiddelen van openbare apotheken. Daarom hebben de publicaties van de SFK betrekking op geneesmiddelen die zorgverzekeraars betalen of de gebruikers zelf. Sommige openbare apotheken verstrekken ook geneesmiddelen aan bewoners in AWBZ-instellingen, zoals verpleeghuizen. Deze instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de kosten van de geneesmiddelen van hun bewoners en maken afspraken met de leverende apotheek over de kosten van de geneesmiddelen en de bijbehorende dienstverlening. 

Geen totaalbeeld

Van een deel van de openbare apotheken die ook aan AWBZ-instellingen leveren, ontvangt de SFK ook de gegevens van de geneesmiddelverstrekkingen van de individuele verpleeghuisbewoners. Dat kan als de apotheek de medicatiegegevens van verpleeghuisbewoners registreert in hetzelfde apotheekinformatiesysteem (AIS) als die van de ‘gewone’ populatie. Het is niet bekend van welk percentage van de totale verpleeghuispopulatie de SFK medicatiegegevens ontvangt. De SFK kan daardoor geen uitspraken doen over het absolute geneesmiddelgebruik in verpleeghuizen, maar  uitsluitend over aandelen daarin. Deze beperking geldt ook voor de vergelijking die de SFK heeft gemaakt van het geneesmiddelgebruik binnen en buiten verpleeghuizen. Voor een goede vergelijking zijn in beide populaties alleen personen betrokken van 71 jaar of ouder. De periode is de eerste helft van 2015..

Grootste verschillen

De vergelijking betreft het aandeel dat receptplichtige geneesmiddelen op ATC3-niveau uitmaken op het totaal aan verstrekkingen van receptplichtige geneesmiddelen. Als de top 10 van deze lijst voor verpleeghuizen wordt gelegd naast die voor de openbare farmacie, dan vallen vooral overeenkomsten op. Zo worden beide lijsten aangevoerd door maagbeschermers (A02B), gevolgd door antistollingsmiddelen (B01A). Voor verpleeghuisbewoners bedragen die aandelen 10,2%, respectievelijk 8,4%. Voor zelfstandig wonende geneesmiddelgebruikers, waartoe ook de bewoners van verzorgingshuizen behoren, komen deze aandelen uit op 9,4%, respectievelijk 8,6%. In onderstaande tabel worden daarom de groepen met de grootste verschillen getoond. Zo worden antipsychotica (N05A) naar verhouding ruim vier keer zo vaak, en laxantia (A06A) bijna drie keer zo vaak verstrekt in een verpleeghuis. Aan de andere kant van het spectrum worden bloeddrukverlagers van het raas-II-type (C09C) en cholesterolverlagers (C10A) minder verstrekt in verpleeghuizen, beide ongeveer twee keer zo weinig.

.

Tabel 1: Vergelijking geneesmiddelen in verpleeghuizen ten opzichte van apotheken (71 plus, 2015).

tabel awbz

Antipsychotica verhoudingsgewijs meer verstrekt in verpleeghuizen

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top