Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Documentatie / Therapietrouw rapportage / Definities Therapietrouw rapportage

Definities Therapietrouw rapportage

In de therapietrouw rapportage vindt u een aantal tabellen, tabel 1 met het percentage therapietrouwe patiënten, tabel 2 met het gemiddeld percentage therapietrouw. In tabel 1 kunt u direct doorklikken naar een lijst met therapieontrouwe (<80%) patiënten. Ook kunt u doorklikken naar tabellen waarin de percentages uitgesplitst zijn naar leeftijd, geslacht en gebruik (starter of niet).

Hieronder vindt u de definities die gebruikt worden in de Therapietrouw rapportage.

Definities voorselectie van patiënten met specifieke medicatie

Diabetes populatie

PopulatieDiabetes
RapportageperiodeMeest recente 12 maanden
MedicatieOrale bloedglucose verlagende middelen: A10B behalve A10BX04 en A10BX07 
Insuline: A10A
AfleveringAflevering in de rapportageperiode of de voorafgaande 3 maanden
Afleveringen insulineAfleveringen in de rapportageperiode
GebruikerMet een gebruiksperiode van minimaal 3 dagen in de rapportageperiode op basis van een 'aflevering'
Gecorrigeerde gebruiksperiodeBinnen de 'gebruikers' de gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen
SelectieGebruikers van 'orale bloedglucose verlagende middelen' of patiënt met minimaal 2 'afleveringen insuline'

Populatie met hartfalen

PopulatieHartfalen
RapportageperiodeMeest recente 12 maanden
MedicatieLisdiuretica: C03CA, C07C, C07D
RAS-remmers: C09
AfleveringAflevering in de rapportageperiode of de voorafgaande 3 maanden
GebruikerMet een gebruiksperiode van minimaal 3 dagen in de rapportageperiode op basis van een 'aflevering'
Gecorrigeerde gebruiksperiodeBinnen de 'gebruikers' de gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen
Gelijktijdig gebruikOverlap van 'gecorrigeerde gebruiksperiode' van bepaalde geneesmiddelgroepen voor tenminste 5 dagen onafgebroken in de rapportageperiode
SelectieAanwijzing voor hartfalen door 'gelijktijdig gebruik' voor tenminste 5 dagen van 'lisdiuretica' en 'RAS-remmers' in de rapportageperiode

Therapietrouw definities van tabel 1 en tabel 2

Rapportageperiode

Meest recente 12 maanden

Aflevering

Aflevering in de ‘rapportageperiode’ of de voorafgaande 3 maanden

Gebruiker

Met gebruik in de ‘rapportageperiode’ op basis van een ‘aflevering'

Standaard gebruiksperiode

Indien geen gebruiksperiode is ingevuld wordt de gebruiksperiode standaard gezet op 30 dagen.

Gecorrigeerde gebruiksperiode

Voor de ‘gebruikers’ de gebruiksperioden van de geneesmiddelen op het niveau van de ‘geneesmiddelgroep’ corrigeren voor overlappende afleveringen.

‘afgedekte dagen’

Het aantal dagen in de ‘rapportageperiode’, die zijn afgedekt door de som van ‘gecorrigeerde gebruiksperioden’

Therapietrouw-percentage per patiënt

- Teller per patiënt: het aantal ‘afgedekte dagen’ van de ‘geneesmiddelgroep’
- Noemer per patiënt: het aantal dagen binnen de ‘rapportageperiode’ tussen de eerste gebruiksdag van de ‘geneesmiddelgroep’ en het einde van de ‘rapportageperiode’.

Percentage: ‘Teller per patiënt’ / ‘Noemer per patiënt’

Percentage therapietrouwe patiënten

 

Tabel 1

Exclusie: verlofpatiënten en passanten.

- Teller: aantal patiënten met een ‘ therapietrouwpercentages per patiënt’ ≥ 80%
- Noemer: alle patiënten met ‘gebruik’ van de geneesmiddelgroep.

Percentage: teller/noemer

Gemiddeld percentage therapietrouw

 

Tabel 2

Exclusie: verlofpatiënten en passanten.

Het gemiddelde van alle ‘therapietrouwpercentages per patiënt’

- Teller: sommatie van alle ‘therapietrouwpercentages per patiënt’
- Noemer: alle patiënten met ‘gebruik’ van de geneesmiddelgroep

Percentage: teller/noemer

Niet naast elkaar gebruik (= ‘switchen’ )

Als er verschillende geneesmiddelen binnen een geneesmiddelgroep worden gebruikt en van het ene middel overgestapt wordt op het andere.

Naast elkaar gebruik (=gelijktijdig gebruik)

Als er verschillende geneesmiddelen binnen een geneesmiddelgroep worden gebruikt en deze naast elkaar (gelijktijdig) worden gebruikt.

Medicatie

Geneesmiddelgroepen ‘niet naast elkaar gebruik’ (‘switchen’):

  • 1. Directe orale anticoagulantia (‘DOACs’) : B01AE en B01AF, met uitzondering van kortdurend gebruik (minder dan 38 dagen per gebruiksperiode). Voor dabigatran (B01AE07)  en rivaroxaban (B01AF01) zijn alleen gebruikers van >=1 DDD geincludeerd. Deze dagdosering wijkt af van de dosering voor kortdurend gebruik. Voor de andere DOACs kon op basis van dagdosering geen onderscheid gemaakt worden tussen kortdurend en langdurend gebruik.
    Patiënten die binnen het rapportagejaar overstappen op vitamine K of Thrombocytenaggregatieremmers worden uitgesloten.
  • 2. Hartglycosiden: C01A
  • 3. Vasodilatantia voor chronisch gebruik: C01D met uitzondering van C01DA en de toedieningsweg ‘sublinguaal’ (121) en ‘oromucosaal’ (34)
  • 4. Lisdiuretica: C03C
  • 5. Spironolacton: C03DA01
  • 6. Betablokkers: C07 met uitzondering van gebruikers van C07AA05 met afleveringen van 15 stuks en minder
  • 7. Calciumantagonisten: C08
  • 8. Middelen aangrijpend op het renine-angiotensinesysteem (‘RAAS remmers’): C09
  • 9. Antilipaemica: C10
    Alleen C10AX09 mag gelijktijdig met de andere statines gebruikt worden.
  • 10. Thrombocytenaggregatieremmers (TAR’s): B01AC
    Patiënten die binnen het rapportagejaar overstappen op vitamine K of directe orale anticoagulantia worden uitgesloten.
  • 11. Botstructuur en botmineralisatiebeïnvloedende middelen (Bisfosfonaten): M05B en G03XC01, met uitzondering van M05BA02, M05BA08, M05BB02, M05BX03, M05BX04, GPK 123072 en 114308).
  • 12. Inhalatieonderhoudsmedicatie
     12a. Inhalatiecorticosteroiden: R03AK06, R03AK07, R03AK08, R03AK10, R03AK11, R03AK12, R03AK13 (Glucocorticoïden in combinatie middelen), R03BA (Glucocorticoïden monotherapie)
     12b. Langwerkende sympathicomimetica of parasympathicolytica (monotherapie): R03AC12 (Salmeterol), R03AC13 (Formoterol), R03AC18 (Indacaterol), R03AC19 (Olodaterol) of R03BB04 (tiotropium) NB: hier gaan we ervan uit dat er geen langwerkende onderhoudsmedicatie ter inhalatie naast elkaar worden gebruikt
     12c. Leukotrieenantagonisten: R03DC
     12d. Theofylline: R03DA04

Geneesmiddelgroepen ‘naast elkaar gebruik’ (gelijktijdig gebruik):

  • 13. Orale bloedglucoseverlagende middelen: A10B met uitzondering van injecties (farmaceutische vorm 18, 21, 44, 76, 79, 82, 83, 174, 550, 551, 552 of 559). Alleen de combinatiepreparaten A10BA en A10BD mogen niet naast elkaar gebruikt worden.
Voor alle recepten van de therapietrouw geldt:
  1. Exclusie: verlofpatiënten en passanten.
  2. Ook bij slechts één aflevering van een middel wordt de therapietrouw berekend
  3. Indien van een middel maximaal drie maanden voor de rapportageperiode een aflevering is geweest en het middel is bij start van de rapportageperiode in gebruik, dan wordt het begin van de rapportageperiode gebruikt voor het bepalen van het aantal dagen in de noemer; het einde van de rapportageperiode wordt altijd gebruikt voor het bepalen van het aantal dagen in de noemer.
  4. Patiënten kunnen in meerdere categorieën vallen die hierboven gedefinieerd zijn (stopper, passant, verlofpatiënt)

 

Patiënten definities

Starter

Patiënten die in de rapportageperiode met een geneesmiddel uit de geneesmiddelgroep zijn gestart. Dat wil zeggen dat ze een aflevering van het betreffende geneesmiddel hebben gehad in de rapportageperiode, zonder een aflevering van enig middel uit de geneesmiddelgroep in het jaar voorafgaand aan de  rapportageperiode. (EU criterium, zie SFK website)

Geen starter

Patiënten met een aflevering van een geneesmiddel uit de geneesmiddelgroep zowel binnen de rapportageperiode als ook in de 12 maanden hieraan voorafgaand.

Stopper

Patiënten met gebruik van een geneesmiddel uit de geneesmiddelgroep in de rapportageperiode op basis van een aflevering in de rapportageperiode of de 3 maanden hieraan voorafgaand, zonder een aflevering hiervan in de laatste 4 maanden van de rapportageperiode.

Passant

Patiënt die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen.

Verlofpatiënt

Rapportageperiode

Meest recente 12 maanden

Medicatie

Alle geneesmiddelgroepen
A, B, C, D, G, H, J, L, M, N, P, R, S, V.

Aflevering

Aflevering in de rapportageperiode of de voorafgaande 3 maanden

Gebruiker

Met gebruik in de ‘rapportageperiode’ op basis van een ‘aflevering”

Standaard gebruiksperiode

Indien geen gebruiksperiode is ingevuld wordt de gebruiksperiode standaard gezet op 30 dagen

Vaste gebruiksperiode

Voor de geneesmiddelgroepen die voor langere perioden worden afgeleverd wordt de gebruiksperiode vast op 30 dagen gezet:

G03A (anticonceptiva) B01AA (vitamine K antagonisten)

Gecorrigeerde gebruiksperiode

Voor de ‘gebruikers’ de gebruiksperioden van de geneesmiddelen op ATC 3 niveau corrigeren voor overlappende afleveringen.

Onderhoudsmedicatie

Chronische middelen, ATC-groepen A, B, C, G, L, M, N, P, R, S zonder R06, injecties (18, 21, 44, 76, 79, 82, 83, 174, 550, 551, 552, 559) en sublinguale toedieningsvormen.

Overeenkomstig gat

Een periode waarbij er geen gebruik is van geen enkel geneesmiddel.

Verlofpatiënt

Exclusie: passanten.

Patiënt met meer dan 60 dagen gebruik in het 'rapportagejaar' bij minimaal 2 geneesmiddelen op ATC-5 niveau van ‘onderhoudsmedicatie’ waarbij in de ‘rapportageperiode’ sprake is van een ‘overeenkomstig gat’ van tenminste 60 dagen voor ‘medicatie’ en ‘onderhoudsmedicatie’.

Toelichting: Verlofpatiënten zijn patiënten die gedurende een periode van minimaal 60 dagen geen geneesmiddelen in de apotheek hebben gehaald, terwijl ze wel in deze periode geneesmiddelen hadden moeten ophalen. Dit kan zijn door verlof, opname in een ziekenhuis of verpleeghuis of door het niet therapietrouw zijn.

 

Bij de geneesmiddelgroepen die gebruikt worden bij Astma of COPD worden de volgende gegevens getoond in het patiëntenoverzicht:

Aantal Corticosteroïdkuren

Rapportageperiodevoorafgaande 12 maanden
Pred_stootH02AB06, H02AB07
Stootkuuraflevering van ‘Pred_stoot’ > 20 mg, voor 5 tot 14 dagen (weekleveringen worden niet meegenomen)
Aantal corticosteroïdkurenaantal ‘stootkuren’ in de rapportageperiode

Overgebruik aanvalsmedicatie

Rapportageperiodevoorafgaande 12 maanden
Aanvalsmedicatie

R03AC02, R03AC03, R03AC04, R03AL01, R03AK04 en R03A

L02 (Bronchusverwijders)

Gemiddelde gebruiksfrequentie
‘aanvalsmedicatie’:

bepaald door de afgeleverde hoeveelheid (in doses) van de eerste aflevering tot en met de op één na laatste aflevering in de rapportageperiode te delen door het aantal dagen tussen de eerste en de laatste aflevering
Overgebruik aanvalsmedicatie:een 'gemiddelde gebruiksfrequentie aanvalsmedicatie' van 3 of meer doses per dag
Standaard gebruiksperiodeindien geen daggebruik door de apotheek is ingevuld, wordt er standaard een gebruiksperiode van 30 dagen aangehouden
Uitgesloten

 patiënt met 2 of minder afleveringen van 'bronchusverwijders' in de rapportageperiode

 

 

 

Back to top