Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / Substitutiegraad 1999

Substitutiegraad 1999

10 sep 1999, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 134 Nr 36

Apothekers hebben in het tweede kwartaal van 1999 ƒ 23,4 miljoen (inclusief BTW) bespaard door middel van generieke substitutie. De substitutiegraad bedroeg 44,9 procent (figuur 1). De substitutiegraad geeft de mate aan waarin apotheken de theoretisch maximale substitutiebesparing weten te behalen. Deze besparing kan gerealiseerd worden door merkgeneesmiddelen te vervangen door goedkopere generieke en parallel geïmporteerde varianten. In de praktijk wordt dus 44,9 procent van wat er in theorie bespaard kan worden daadwerkelijk gerealiseerd. In de praktijk is het onmogelijk om een substitutiegraad van 100 procent te behalen. De mogelijkheden om te besparen zijn sterk afhankelijk van de verkrijgbaarheid van de goedkopere varianten. In de praktijk doet de situatie zich nogal eens voor dat de leverancier van de goedkopere (parallelgeïmporteerde) geneesmiddelen onvoldoende voorraad heeft om aan de vraag van de apotheken te voldoen. Daarnaast kan het in sommige gevallen, op grond van farmacotherapeutische criteria, niet verantwoord zijn om tot substitutie over te gaan.

Per saldo wordt er door apotheken wel steeds meer gesubstitueerd. Het aandeel van specialitès bedroeg in de eerste helft van 1999 45,9 procent (figuur 2). In 1995 was dit nog 53,5 procent.

Apotheken leveren steeds meer generieke geneesmiddelen af. Het marktaandeel van deze groep steeg in de eerste helft van 1999 tot 38,7 procent, daar waar in 1995 nog slecht in 27,8 procent van alle gevallen een generiek geneesmiddel werd verstrekt. Hiertegenover staat echter een teruggang van het gebruik van parallelimport. Het aandeel in de voorschriften van parallelimport is afgenomen van 12,1 procent in 1995 tot 8,9 procent in de eerste helft van 1999. Deze afname is in belangrijke mate een uitvloeisel van de invoering van de Wet Geneesmiddelenprijzen. De invoering van maximumprijzen in ons land leidde tot en prijsnivellering voor wat betreft de productgroepen specialitè, parallelimport en generiek. Een belangrijk aantal parallelgeïmporteerde geneesmiddelen verloor in dit opzicht hun concurrentiële voordeel ten opzichte van het originele product. Teneinde de omzetverliezen die optreden als gevolg van invoering van de prijzenwet enigszins te beperken, limiteren een aantal multinationale geneesmiddelenproducenten het aanbod per land zodanig dat parallelimport soms moeilijk te verkrijgen is.

Figuur 1: substitutiegraad per maand, tweede kwartaal 1999

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Figuur 2: voorgeschreven WTG-geneesmiddelen naar productgroep, periode januari - juni 1999

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top