Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 2000-21.htm

26 mei 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 21

Na de invoering van de prijzenwet, die een maximum stelt aan de prijzen van receptgeneesmiddelen in ons land, is de clawback-maatregel de meest effectieve bezuinigingsmaatregel die de overheid de afgelopen jaren ten aanzien van de geneesmiddelenuitgaven genomen heeft. In beide gevallen gaat het om prijsregulering. Daar waar de prijzenwet zich richt op de prijsstelling door de fabrikant, daar richt de clawback-maatregel zich op de geneesmiddelenprijzen die de apotheker in rekening mag brengen. Naar Engels voorbeeld - vandaar de benaming clawback - zijn apothekers verplicht om een belangrijk deel van door hen te behalen inkoopvoordelen door te berekenen in de vorm van een verplichte verlaging van de geneesmiddelenprijzen. Voor het jaar 2000 is dit verplichte kortingspercentage gesteld op 6,82%. Dit kortingspercentage geldt alleen voor geneesmiddelen die vallen onder de werkingssfeer van de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG). Dit zijn de geneesmiddelen die uitsluitend op recept èn uitsluitend in een apotheek verkrijgbaar zijn. Dit betreft het overgrote deel van de geneesmiddelen die door openbare apotheken worden verstrekt. 87% van alle geneesmiddelen die via de openbare apotheek worden afgeleverd behoort tot de categorie WTG.

Lagere groei in 2000

De kosten van receptgeneesmiddelen zijn in het eerste kwartaal van dit jaar 7,2% hoger dan in het eerste kwartaal van 1999. Hoewel er uiteraard nog altijd sprake is van een toename van de geneesmiddelenkosten, is de stijging beduidend lager dan in de voorgaande kwartalen.

Dit is in belangrijke mate toe te schrijven aan de verhoging van de clawback van 3,5% naar 6,82% per 1 januari. In verband met de clawback heeft het Ministerie van VWS voor het jaar 2000 een besparingsdoelstelling van ƒ 350 miljoen ingeboekt in haar begroting. Naar het zich nu laat aanzien, zal deze doelstelling zeker worden gehaald.

De lagere uitgavengroei tijdens het eerste kwartaal van dit jaar wordt verder verklaard door de gematigde toename van het geneesmiddelengebruik. Het aantal voorschriften voor WTG-geneesmiddelen steeg met 3%, terwijl een groei van 5% gebruikelijk is. Mogelijk speelt de milleniumovergang hierbij een beperkte rol.

Wisselend beeld

Voor de goede orde dient te worden opgemerkt dat de kostenontwikkeling gedurende de tweede helft van 1999 bovennormaal was, als gevolg van een tijdelijke prijsverlaging in het referentiejaar 1998. Door vertraging bij de invoering van de clawback in 1998 is in dat jaar gedurende de maanden juli tot en met december tijdelijk een clawback van 4,77% van kracht geweest. Zo leidt de clawback van 3,5% in 1999 gedurende het eerste halfjaar nog tot een prijsvoordeel ten opzichte van de situatie in de betreffende periode in 1998, terwijl er voor het tweede halfjaar sprake is van een prijsnadeel.

Aftopping

Ten einde te voorkomen dat er zich problemen voordoen bij dure geneesmiddelen waarbij de apotheker geen inkoopvoordelen kan verkrijgen, is het in te leveren kortingenbedrag gemaximeerd tot ƒ 15 per af te leveren receptgeneesmiddel. Deze aftopping treedt in werking bij geneesmiddelen die duurder zijn dan ƒ 220. In het verleden werd voor dergelijke middelen nog een uitzondering gemaakt bij de toepassing van de clawback. Deze middelen werden geplaatst op de zogeheten 'nullijst'. Na bezwaren vanuit de farmaceutische industrie is deze uitzonderingenlijst afgeschaft.

Figuur 1: ontwikkeling geneesmiddelenkosten receptgeneesmiddelen (WTG)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Figuur 2: ontwikkeling claw back (door apothekers in te leveren kortingspercentage)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top