Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / IVF anno 1999

IVF anno 1999

30 juni 2000, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 135 Nr 26

Jaarlijks zien in ons land 200.000 baby's het levenslicht. Hiervan treedt een op de zeventig in de voetsporen van Louise Brown. Louise Brown kwam in 1978 als eerste met behulp van de reageerbuis ter wereld. Het duurde overigens nog enige jaren, voordat in-vitro-fertilisatie (IVF) - of in gewoon Nederlands 'bevruchting in glas' - op brede schaal werd toegepast. IVF houdt in dat er buiten het lichaam, in een reageerbuis of schaaltje van glas, een eicel in contact gebracht wordt met zaadcellen. Nadat een zaadcel de eicel is binnengedrongen, deelt de eicel zich in tweeën. De bevruchte eicel wordt vervolgens via de vagina met behulp van een plastic slangetje in de baarmoeder gebracht. Teneinde de kans op succes van de kunstmatige bevruchting te bespoedigen worden onder meer ovulatiestimulerende hormonen toegediend. Dit zijn vrij kostbare middelen. Het hormoon follitropine kost al gauw zo'n ƒ 1500 per verstrekking.

Kostenstijging

Sinds het afgelopen jaar behoren de gonadotrofinen en andere ovulatiestimulerende middelen (ATC-groep G03G) niet alleen tot de categorie dure middelen, maar komen zij ook in het rijtje geneesmiddelen voor die de grootste bijdrage leveren aan stijging van de geneesmiddelenuitgaven in ons land. Na de maagzuurremmers, de cholesterolverlagers en de antidepressiva zorgt de behandeling met ovulatiestimulerende hormonen in 1999 met een bedrag van ƒ 24 miljoen voor de op drie-na-hoogste kostentoename binnen het geneesmiddelendossier. In procentuele zin voert deze groep zelfs de lijst van kostenstijgers aan. Ten opzichte van 1998 namen de uitgaven voor deze middelen met 90% toe. Dit jaar zet deze sterk stijgende tendens zich voort. In het eerste kwartaal is het beslag dat deze groep hormonen op de collectieve middelen legt nog eens anderhalf keer zo groot als in het vorige jaar. Als men de lijn voor het hele jaar doortrekt, komt men uit op een uitgaventotaal van ƒ 75 miljoen bij 130.000 verstrekkingen. Met andere woorden het betreft inmiddels al meer dan 1% van de totale geneesmiddelenuitgaven via de openbare apotheek.

Meer onder 40-plus

De follitropinen en gonadotrofinen worden in bijna alle gevallen (95%) voorgeschreven door de medisch specialist. In 5% van de gevallen staat de huisarts als voorschrijver in het apotheekinformatiesysteem geregistreerd. Veruit de meeste gebruikers (91%) vallen - niet verwonderlijk - binnen de leeftijdscategorie van 21 tot en met 40 jaar. Het gebruik van deze hormonen door 40-plussers neemt harder toe dan gemiddeld. Momenteel is 8,6% van de gebruikers 40 jaar of ouder tegenover 6,5% gedurende het vorige jaar.

Follitropine

De kostenstijging binnen de groep ovulatiestimulerende hormonen komt volledig op het conto van follitropine alfa (Gonal F®) en follitropine beta (Puregon®). De omzetstijging bij deze producten is in beperkte mate toe te schrijven aan het uit de handel nemen van het middel urofollitropine (Metrodin HP®) in de loop van 1999.

Figuur 1: ontwikkeling uitgaven aan gonadotrofinen en andere ovulatiestimulerende middelen (vertrekkingen via openbare apotheek, in ƒ, excl. BTW)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top