Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Rapportages / Info pagina's / KISS Basisset / KISS Basisset 2021 / 1.3 Geen monotherapie snelwerkende opioïden

1.3 Geen monotherapie snelwerkende opioïden

Indicator 1.3Geen monotherapie snelwerkende opioïden
RichtlijnMedicatiebewaking
ToepassingsgebiedOpenbare Apotheek en Apotheekhoudende huisarts
RapportageperiodeKalenderjaar 2021
AanleidingIndien behandeling met opioïden geïndiceerd is, wordt gebruik van een langwerkend opioïd geadviseerd. Kortwerkende opioïden kunnen aan de behandeling worden toegevoegd bij (voorspelbare) doorbraakpijn. Indien het kortwerkende opioïd vaker dan 4x per dag nodig is, zal beoordeeld moeten worden of de onderhoudsdosering met het langwerkende opioïd verhoogd dient te worden. Behandeling met kortwerkende opioïd alleen is enkel in spoedgevallen of specifiek gedefinieerde situaties geïndiceerd. Langdurig gebruik van kortwerkende opioïden zonder een langwerkend opioïden geeft een verhoogd risico op suboptimale behandeling en afhankelijkheid.
Indicator

Percentage gebruikers van kortwerkende opioïden met gelijktijdig gebruik van langwerkende opioïden.

Uw score van deze indicator vindt u in de KNMP/SFK webrapportage ‘KISS Kwaliteitsindicatoren’, indien u gegevens aan SFK aanlevert. Het antwoord kunt u automatisch laten inlezen in deze enquête.

Medicatie

Sterkwerkende opioïden met gereguleerde afgifte:

  • N02A exclusief N02AX02 (tramadol) en exclusief N02AJ13 (tramadol met paracetamol)
  • N02A inclusief de farmaceutische vormen 310, 350, 375, 905 (met gereguleerde afgifte) en 751, 752 (transdermaal pleister) 

Snelwerkend opioïd:

  • fentanyl: N02AB03 en
  • oxycodon: N02AA05;
    NB: beiden met farmaceutische vormen 75, 80 (buccaal tablet), 330 (zuigtablet), 331 (sublinguaal tablet) en 521 (neusspray)
AfleveringAflevering in de rapportageperiode of de voorafgaande 3 maanden.
GebruikIn de rapportageperiode op basis van een ‘aflevering’ voor tenminste 3 dagen.
Standaard gebruiksperiode

Indien geen daggebruik is geregistreerd, wordt de gebruiksperiode standaard gezet op 30 dagen.

Gelijktijdig gebruikMet een gebruiksperiode van minimaal 3 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van ‘afleveringen‘ in de rapportageperiode.
PassantEen passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen.
Selecties
  • Exclusie: passant
  • A: patiënten met gebruik van ‘snelwerkend opioïd’ door de huisarts.
  • B: patiënten uit A met een ‘gelijktijdig gebruik’ van ‘sterkwerkende opioïden met gereguleerde afgifte’.
ResultaatB/A
StreefwaardeRichting 100%
Toelichting

De definities van deze indicator volgen de indicator uit de ’Monitor voorschrijven huisartsen’ van IVM (www.sfk.nl), maar worden hier specifiek op huisartsvoorschriften toegepast.

Er zijn wel uitzonderingen waarbij alleen een kortwerkende opioïd gebruikt kan worden, zoals voor mensen met voorspelbare pijn, bij wassen door thuiszorg of perioperatief. 
Onderbouwing

De Jong L, Janssen PGH, Keizer D, Köke AJA, Schiere S, Van Bommel M, Van Coevorden RS, Van de Vusse A, Van den Donk M, Van Es A, Veldhoven CMM, Verduijn MM.
NHG-Standaard Pijn M106 Versie 2.2 Pijn | NHG-Richtlijnen

Type indicatorProces
Back to top