1.4 Ouderen met maximaal twee antihypertensiva
Indicator 1.4 | Ouderen met maximaal twee antihypertensiva |
---|---|
Richtlijn | Medicatiebewaking |
Toepassingsgebied | Openbare Apotheek |
Rapportageperiode | Kalenderjaar 2021 |
Aanleiding | Bij drie of meer antihypertensiva en een systolische bloeddruk van 130 mmHg of lager is het advies om een middel te stoppen. Dat geldt ook bij ouderen boven de 80 jaar, waar de streefwaarde niet per se gehaald hoeft te worden. |
Indicator |
Percentage oudere gebruikers van antihypertensiva met maximaal twee antihypertensiva. Uw score van deze indicator vindt u in de KNMP/SFK webrapportage ‘KISS Kwaliteitsindicatoren’, indien u gegevens aan SFK aanlevert. |
Medicatie |
Antihypertensiva:
RAAS-remmers: C09 Lisdiuretica: C03CA |
Aflevering | Een aflevering van ‘medicatie’ in de ‘rapportageperiode’ of de voorafgaande 3 maanden. |
Gebruik | Met een gebruiksperiode van ‘medicatie’ van tenminste 30 dagen in de ‘rapportageperiode’ op basis van een ‘aflevering’. |
Dagelijkse dosering van ijzer met een dagelijkse dosering van tenminste 0.4 defined daily doses, DDD’. 1 DDD = 600 mg | |
Standaard gebruiksperiode |
Indien geen daggebruik is geregistreerd, wordt de gebruiksperiode standaard gezet op 30 dagen. |
Gecorrigeerde gebruiksperiode | Binnen ‘gebruikers’ van een geneesmiddelgroep de gebruiksperioden corrigeren voor overlappende afleveringen. |
Gelijktijdig gebruik 3 of meer antihypertensiva | Overlap van 'gecorrigeerde gebruiksperiode' van 'gebruiker' van 'antihypertensiva’ voor drie of meer geneesmiddelgroepen voor tenminste 30 dagen onafgebroken in de rapportageperiode. |
Hartfalen | Overlap van ‘gecorrigeerde gebruiksperiodes’ van ‘RAAS-remmers’ en ‘Lisdiuretica’ voor tenminste 30 dagen onafgebroken in de rapportageperiode. |
Selecties |
|
Resultaat | B/A |
Streefwaarde |
Richting 100% |
Toelichting | Bij kwetsbare ouderen moet aandacht zijn voor veiligheidsaspecten bij behandeling van hoge bloeddruk. Observationele studies maken melding van vaker optreden van onder andere orthostatische hypotensie, duizeligheid, vallen, elektrolytstoornissen en cognitieve achteruitgang als gevolg van bloeddrukverlagende behandeling bij kwetsbare ouderen. De eventueel te verwachten winst van behandeling met antihypertensiva in de vorm van afname van cardiovasculaire en cerebrovasculaire eindpunten is bij kwetsbare ouderen minder duidelijk voorspelbaar. Voor- en nadelen dienen te worden afgewogen bij de individuele patiënt. |
Onderbouwing |
|
Type indicator | Proces |