2.1 DM2 patiënten behandeld met >=2 antihypertensiva waaronder een RAAS-remmer
Indicator 2.1 | DM2 patiënten behandeld met >=2 antihypertensiva waaronder een RAAS-remmer |
---|---|
Richtlijn | Diabetes |
Toepassingsgebied | Openbare Apotheek en Apotheekhoudende huisarts |
Rapportageperiode | Kalenderjaar 2021 |
Aanleiding | Indien patiënten met diabetes mellitus type 2 behandeld worden met meerdere antihypertensiva , dient één antihypertensivum uit de groep van remmers van het Renine Angiotensine Aldosteron Systeem (RAAS) te zijn. |
Indicator | Ligt voor de diabetes type 2 patiënten, die met meerdere antihypertensiva worden behandeld, het percentage patiënten dat een RAAS-remmer gebruikt boven of gelijk aan de ondergrens van 81%? Uw score voor deze indicator vindt u in de KNMP/SFK webrapportage ‘KISS Kwaliteitsindicatoren’, indien u gegevens aan SFK aanlevert. Het antwoord kunt u automatisch laten inlezen in deze enquête. |
Medicatie | Orale bloedglucoseverlagende middelen: A10B (zonder A10BJ, A10BK, A10BX) Antihypertensiva: C02 Diuretica: C03 Bètablokkers: C07 Calciumantagonisten: C08 RAAS-remmer: C09 |
Aflevering | Aflevering in de rapportageperiode of de voorafgaande 3 maanden. |
Gebruiker | Met gebruik in de ‘rapportageperiode’ op basis van een ‘aflevering’. |
Standaard gebruiksperiode | Indien geen daggebruik is geregistreerd wordt de gebruiksperiode standaard gezet op 30 dagen. |
Gecorrigeerde gebruiksperiode | Voor de ‘gebruikers’ worden de gebruiksperioden van de geneesmiddelen op het niveau van de ‘geneesmiddelgroep gecorrigeerd voor overlappende ‘afleveringen’. |
Tegelijkertijd gebruiker | Overlap van de ‘gecorrigeerde gebruiksperioden’ van de ‘gebruiker’ ‘orale bloedglucose verlagende middelen’ en twee bloeddrukverlagende geneesmiddelgroepen (uit de groep ‘antihypertensiva’ of ‘Diuretica’ of ‘Bètablokkers’ of ‘RAAS-remmers’) voor tenminste 10 dagen onafgebroken. |
Selecties |
|
Percentage | B/A boven of gelijk aan de ondergrens van 81% |
Streefwaarde | Richting 100% |
Toepassing | Voor deze ondergrens geldt dat deze is bepaald aan de hand van de scores van apotheken over 2018. De ondergrens is bepaald op basis van de mediaan van alle landelijke scores minus 1,5 keer de standaarddeviatie. Voor elke indicator wordt de ondergrens bepaald nadat de indicator een aantal keren is uitgevraagd. De als haalbare score bepaalde ondergrens wordt dan ook in de volgende jaren aangehouden en niet meer bijgesteld. De ondergrens is nooit hoger dan 90%. |
Onderbouwing | KNMP-Richtlijn Diabetes |
Type indicator | Proces (met een ondergrens) |