4.6 Geen antimycotica bij inhalatiecorticosteroïden
Indicator 4.6 | Geen antimycotica bij inhalatiecorticosteroïden |
---|---|
Richtlijn | Astma |
Toepassingsgebied | Openbare Apotheek |
Rapportageperiode | Kalenderjaar 2021 |
Aanleiding |
Met een goede toelichting bij het verstrekken van de medicatie kunnen schimmelinfecties voorkomen worden. |
Indicator |
Percentage gebruikers van inhalatiecorticosteroïden zonder antimycotica. Uw score voor deze indicator vindt u in de KNMP/SFK webrapportage ‘KISS Kwaliteitsindicatoren’ indien u gegevens aan SFK aanlevert. |
Medicatie |
ICS: R03AK06, R03AK07, R03AK08, R03AK09, R03AK10, R03AK11, R03AK12, R03AK13, R03BA Antimycotica: A07AA07, A07AA02, A01AB04, A07AC01 |
Aflevering | Aflevering in de rapportageperiode. |
Overgang van ICS naar antimycotica | Eerst ‘aflevering’ van ’ICS’ en vervolgens binnen 3 maanden een ‘aflevering’ van ‘Antimycotica‘ zonder dat het antimycoticum in de 6 maanden daarvoor was gebruikt. |
Selecties |
|
Teller | B |
Noemer |
A |
Percentage |
B/A |
Streefwaarde |
Richting 100% |
Toelichting |
Mogelijkheden voor het voorkomen van schimmelinfecties zijn bijvoorbeeld: 1. inhaleren voor een eetmoment (ontbijt en/of avondeten) Een andere mogelijkheid is het gebruik van ciclesonide, een prodrug die pas in de longen actief wordt en hierdoor minder kans geeft op schimmelinfecties. |
Onderbouwing | Een mogelijke bijwerking van inhalatiecorticosteroïden is een schimmelinfectie in mond en keelholte. |
Type indicator | Proces |