Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2003 / Uitgaven HIV-remmers verder omhoog

Uitgaven HIV-remmers verder omhoog

25 juli 2003, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 138 Nr 30

Het gebruik van direct werkende antivirale middelen (J05A), de groep geneesmiddelen waartoe de HIV-remmers behoren, blijft toenemen. Het afgelopen jaar steeg het gebruik van deze middelen met 8%. Gedurende de eerste helft van 2003 zet deze trend zich verder door, zo blijkt uit de meest recente cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Het afgelopen jaar zijn de uitgaven aan antivirale middelen in de openbare apotheek opgelopen tot € 68 miljoen. Gemeten over een periode van 5 jaar is er sprake van een verdubbeling van de kosten (figuur 1). Naar verwachting zullen de uitgaven aan antivirale middelen dit jaar met nog eens 15% stijgen tot € 78 miljoen. Van dit bedrag heeft 84% betrekking op antiretrovirale middelen. Vooral de in het jaar 2001 geïntroduceerde HIV-remmers Trizivir® (een combinatie van de stoffen abacavir, lamivudine en zidovudine) en Kaletra® (een combinatie van de stoffen lopinavir en ritonavir) dragen bij aan de uitgavenontwikkeling. Aan beide middelen wordt inmiddels op jaarbasis ongeveer € 6,5 miljoen uitgegeven. Het middel Combivir® (een combinatie van de stoffen lamivudine en zidovudine) heeft nog altijd de hoogste jaaromzet met een bedrag van € 14 miljoen (zie figuur 2).

17.000 personen

Volgens het RIVM zijn er in de periode 1987 tot en met 2001 in ons land 5.441 mensen geregistreerd met AIDS. Na de introductie van de combinatietherapie in 1996 is het aantal nieuwe patiënten met AIDS drastisch gedaald. Het totaal aantal mensen met HIV (humaan immunodeficiëntie virus) wordt geschat op 17.000. Via het zogeheten ATHENA-project worden ruim 4.000 HIV-positieven die behandeld worden gevolgd. Het RIVM schat dat het hierbij gaat om tweederde van de HIV-positieven die op dit moment in Nederland onder behandeling staan. Uit de gegevens van de SFK blijkt dat in het eerste kwartaal van 2003 een kleine 5.000 personen een HIV-remmer via de openbare apotheek verstrekt hebben gekregen.

Karakteristieken

Binnen de ATHENA-cohort vormen homo- en biseksuele mannen (63%) nog altijd de grootste groep. In de loop van de jaren neemt het aandeel van heteroseksueel geïnfecteerden overigens wel duidelijk toe. De man/vrouw-verhouding is stabiel in de tijd. Er zijn 5 keer zoveel mannen als vrouwen met HIV geregistreerd. De vrouwen zijn bij het stellen van de diagnose over het algemeen jonger dan de mannen. Bij de mannen valt ruim 40% in de leeftijdsgroep van 30 tot 39 jaar. Bij vrouwen omvat de leeftijdsgroep van 20 tot 29 jaar de meeste personen (45%). Van de mannen binnen de ATHENA-groep is driekwart in Nederland geboren. Bij vrouwen betreft dit ongeveer de helft. Een belangrijk deel van de vrouwen (35%) is geboren in een HIV-endemisch gebied zoals sub-Sahara Afrika, het Caribische gebied of Latijns Amerika.

Veruit de meeste HIV-geïnfecteerden (76%) wonen in het westen van het land. Amsterdam neemt nog steeds een groot aandeel voor haar rekening, maar dit daalt wel. In 1985 was 70% van de HIV-positieven woonachtig in de regio Amsterdam. In 2001 is dit teruggelopen tot 47%.

Uit de gegevens van de SFK blijkt dat van de personen die HIV-remmers betrekken via de openbare apotheek 41% afkomstig is uit de provincie Noord-Holland, 21% uit de provincie Zuid-Holland en 10% uit de provincie Noord-Brabant.

Figuur 1: uitgaven aan direct werkende antivirale middelen

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Figuur 2: marktaandelen belangrijkste HIV-remmers (naar omzet)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top