Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2003 / Turbulente tijden voor de homeopathie

Turbulente tijden voor de homeopathie

29 augustus 2003, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 138 Nr 35

Volgens het Ministerie van VWS gebruiken ruim vijf miljoen Nederlanders één of meer homeopathische middelen. Om de betrouwbaarheid en kwaliteit van deze middelen te garanderen voor de gebruikers, mogen per 1 juni 2002 alleen homeopathica worden verkocht die zijn geregistreerd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Het CBG beoordeelt of homeopathische geneesmiddelen van een constante en controleerbare kwaliteit zijn en of ze veilig zijn. De fabrikanten hoeven niet zozeer aan te tonen dat hun middel werkt, maar het moet duidelijk zijn welke stoffen een middel bevat en in welke verhouding. Inmiddels hebben 3.200 homeopathische producten een registratie bij het CBG.

Uitdunning en herindeling assortiment

De registratieplicht veroorzaakte veel onrust en verwarring over de verkrijgbaarheid van homeopathische producten vanaf 2002. Volgens de G-Standaard van Z-Index is het homeopathisch assortiment teruggelopen van 26.600 artikelen eind 2001 tot 19.600 artikelen op dit moment. Figuur 1 toont de verschuiving van de homeopathische producten die in december 2001 waren opgenomen in de G-Standaard en de huidige indeling van deze producten. Ongeveer tweederde van deze middelen is als homeopathisch product in de G-Standaard opgenomen gebleven. Een kwart van de producten is uit de handel genomen, waarvan de meeste medio 2002. Daarnaast is 5% van de artikelen heringedeeld bij de niet-geneesmiddelen en 4% bij de antroposofische middelen.

Terugloop homeopathie via de apotheek

Naast drogisterijen verstrekken vrijwel alle openbare apotheken in Nederland homeopathische middelen. Volgens gegevens van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) is er het afgelopen jaar 1.800.000 keer een homeopathisch product verstrekt via de apotheek. Dit is 550.000 keer minder dan in 2001. In totaal is er € 20 miljoen aan deze artikelen besteed, een afname van € 7,7 miljoen ten opzichte van het voorgaande jaar. Per apotheek bedroeg de omzet € 12.000. De gemiddelde brutowinst in 2002 is teruggelopen van € 5.400 naar € 3.600 per apotheek. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de homeopathische verstrekkingen die niet zijn geregistreerd via het apotheekinformatiesysteem niet zijn meegenomen in deze cijfers.

Vrouwen en 45-plussers

Vrouwen kopen vaker homeopathische middelen in de apotheek dan mannen. In 61% van de gevallen wordt de aankoop gedaan door een vrouw, terwijl 24% van de verstrekkingen naar een man gaan. In 15% van de gevallen is het geslacht van de consument niet geregistreerd. Uit Figuur 2 blijkt dat het gebruik van homeopathische producten, net als de geneesmiddelenconsumptie in het algemeen, toeneemt naarmate men ouder is. De groep 45-plussers springt er echter enigszins uit: personen van 45-55 jaar kopen vaker een homeopathisch middel dan op grond van hun reguliere geneesmiddelengebruik verwacht mag worden. Daarnaast valt op dat ouders ook hun jonge kinderen vaak een homeopathisch middel geven. Bij personen van 80 jaar of ouder ligt het gebruik van homeopathica onder hun gemiddelde geneesmiddelengebruik.

Koplopers

De homeopathische markt wordt beheerst door de twee grote producenten VSM en Vogel. Het populairste homeopathische middel in de openbare apotheek is Spiroflor van VSM dat volgens de fabrikant gebruikt kan worden bij spier- en gewrichtsklachten. Spiroflor is 234.000 keer verstrekt via de apotheken en kende een omzet van € 2,5 miljoen in 2002. Op afstand wordt de tweede plaats ingenomen door het middel Echinaforce (tablet en tinctuur) van de firma A. Vogel dat bedoeld is om de weerstand te verhogen. Echinaforce is 83.000 keer in tabletvorm en 68.000 keer als tinctuur verstrekt met een totale omzet van € 2,2 miljoen. Beide middelen zijn al geruime tijd de koplopers binnen het homeopathisch assortiment van de apotheek. In strikte zin gaat het hier om fytotherapeutische producten die qua samenstelling weinig verdund zijn. Zowel Spiroflor als Echinaforce zijn geregistreerd door het CBG.

Figuur 1: huidige indeling homeopathisch assortiment t.o.v december 2001 (=100%)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Figuur 2: gebruik homeopathica en WTG-geneesmiddelen naar leeftijd

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top