Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2004 / Gemiddelde apotheek ziet omzet dalen

Gemiddelde apotheek ziet omzet dalen

10 december 2004, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 139 Nr 50

Op basis van de omzetgegevens over de eerste drie kwartalen van 2004 verwacht de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) dat de openbare apotheken dit jaar voor € 4.080 miljoen aan geneesmiddelen zullen verstrekken. De totale marktomzet is daarmee gelijk aan die van vorig jaar. In de apotheken wordt dit jaar € 200 miljoen besteed aan geneesmiddelen die niet automatisch voor vergoeding via de zorgverzekeraar in aanmerking komen. Vergeleken met het afgelopen jaar is er grofweg sprake van een verdubbeling. Deze stijging hangt samen met het feit dat sinds 1 januari 2004 diverse (genees)middelen niet meer vallen binnen het wettelijk verzekerde geneesmiddelenpakket.

Vanwege de toename van het aantal apotheekvestigingen in ons land, daalt de geneesmiddelenomzet van de gemiddelde apotheek met 2% tot € 2.360.000. Gemiddeld levert een apotheek dit jaar 85.000 keer een geneesmiddel af.

Voor eigen rekening

Sinds de kosten voor het gebruik van anticonceptiva (bij vrouwen van 21 jaar en ouder) en IVF-medicatie (bij een eerste IVF-behandeling) niet meer standaard worden vergoed door de zorgverzekeraar, zijn de uitgaven voor deze middelen flink gedaald. Bij anticonceptiva is de apotheekomzet afgenomen van € 74 miljoen tot € 65 miljoen. Van de daling van € 9 miljoen is € 2 miljoen toe te schrijven aan het hamstereffect waarvan in december 2003 sprake was. Bij gonadotrofinen en andere ovulatiestimulerende middelen (ATC-groep G03G), middelen die gebruikt worden bij IVF, daalt de apotheekomzet met € 8 miljoen (-26%) tot € 26 miljoen.

Sinds het begin van dit jaar worden ook de kosten van zelfzorggeneesmiddelen die voor chronisch gebruik worden voorgeschreven niet meer vergoed door de zorgverzekeraar. De uitgaven voor buiten-WTG-middelen (ongeacht of deze worden vergoed door de zorgverzekeraar) zijn sindsdien met 16% teruggelopen tot € 285 miljoen op jaarbasis. Hierbij kan worden aangetekend dat bij het gebruik van laxantia, calciumtabletten en antihistaminica op grote schaal wordt uitgeweken naar - in sommige gevallen duurdere - receptplichtige geneesmiddelen die wel worden vergoed. De Minister van Volksgezondheid heeft daarom besloten om per 1 januari 2005 verschillende van deze zelfzorggeneesmiddelen weer voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Als voorwaarde wordt hierbij gesteld dat de personen in kwestie het middel minstens een half jaar of langer moeten gebruiken. Het is niet duidelijk hoe dit criterium in de praktijk zal worden getoetst en in hoeverre de verschuiving in het gebruik weer ongedaan zal worden gemaakt. In aansluiting op het convenant dat de minister voor 2005 heeft gesloten met de KNMP, ZN, Bogin en Nefarma zullen de generieke leveranciers de prijzen van de betreffende zelfzorggeneesmiddelen binnen hun assortiment halveren.

Plusje voor generiek

De belangrijkste verklaring voor de stagnerende apotheekomzet dit jaar is het convenant 2004. In het convenant 2004 is onder meer afgesproken dat de vergoedingsprijzen van generieke geneesmiddelen zullen dalen tot 40% onder het niveau van de lijstprijzen (AIP) van januari jongstleden. De geneesmiddelenleveranciers die aangesloten zijn bij de Bogin hebben dit streefniveau inmiddels bereikt. Inclusief de niet-Bogin-leden liggen de vergoedingsprijzen van generieke geneesmiddelen inmiddels 39% onder het AIP-niveau van januari. Sinds de zomermaanden trekt het generieke marktaandeel iets aan. Dit hangt in beperkte mate samen met het vervallen van het patent op de veelgebruikte cholesterolverlager pravastatine medio augustus. In september bedroeg het marktaandeel van pravastatine generiek al 71% (in voorschriften). Bij de meest gebruikte uitpatentgeneesmiddelen wordt in ongeveer 90% van de gevallen een generiek middel verstrekt (op stofniveau, in voorschriften, figuur 1). Dit geldt ook voor de calciumblokker amlodipine waarvan maart jl. het patent verliep. De maagzuurremmer omeprazol (87%) en paroxetine (80%) blijven iets achter bij dit beeld, maar er is wel sprake van een licht stijgende tendens in het generieke marktaandeel bij deze middelen. Bij de selectieve bètablokker metoprolol (44%) is sprake van beperkte onderlinge uitwisselbaarheid tussen de afzonderlijke varianten vanwege verschillen in het afgiftesysteem van de werkzame stof.

Van alle door apotheken verstrekte receptgeneesmiddelen betrof in september 48% een generiek geneesmiddel. Gemeten over de eerste drie kwartalen van 2004 komt het generieke aandeel uit op 47% (2003: 46%).

 

Figuur 1: aandeel generiek in voorschriften (stofniveau), september 2004

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top