Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2005 / Pijnbestrijding met opioïden

Pijnbestrijding met opioïden

25 maart 2005, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 140 Nr 12

Als pijnbestrijding met perifeer werkende pijnstillers, zoals paracetamol en NSAID’s onvoldoende resultaat biedt, kunnen centraal werkende pijnstillers, opioïden, worden ingezet. Het oudste en meest bekende geneesmiddel uit deze groep, morfine, wordt ook vandaag de dag nog veel toegepast. In 2004 is er bijna 225.000 keer in de openbare apotheek een geneesmiddel met morfine verstrekt, zo blijkt uit de bij de SFK geregistreerde gegevens.

Centraal werkende pijnstillers

Opioïden zijn pijnstillers die zijn gebaseerd op stoffen die afkomstig zijn uit opium. Morfine is daarvan de meest bekende, natuurlijke representant. Het middel is erg effectief, maar kent nogal wat bijwerkingen, zoals obstipatie, verslaving, slaperigheid, ademhalingsdepressie en gewenning. In de loop der tijd is onderzoek gedaan naar synthetische varianten die wel de sterk pijnstillende werking hebben maar niet de ongewenste bijwerkingen. Het bleek echter dat de stoffen met de beste pijnstillende werking ook vrijwel altijd de bekende bijwerkingen vertoonden. De laatste 2 decennia worden deze middelen in toenemende mate verstrekt in toedieningsvormen met gereguleerde afgifte. Daardoor wordt de pijnstillende werking verlengd en treden de bijwerkingen minder prominent op. De oudere middelen uit deze groep vallen vanwege hun verslavende eigenschappen onder de opiumwet. Hiertoe behoort ook methadon, dat weliswaar een pijnstiller is, maar vooral wordt toegepast in de verslavingszorg.

Codeïne, bekend als hoestprikkeldempend middel, valt evenals dextropropoxyfeen wel onder de opiumwet, maar onder een verlichte regime, bedoeld voor die middelen die een geringe kans op verslaving met zich meebrengen. De pijnstillende werking van deze stoffen is echter ook minder sterk. Codeïne wordt als pijnstiller vaak in verschillende hoeveelheden toegevoegd aan paracetamol.

Trends

De meest voorgeschreven centraal werkend pijnstiller is tramadol met ruim 700.000 voorschriften in de openbare apotheek in 2004. Dit middel dat niet onder de opiumwet valt, biedt matig-sterke pijnstilling. Het gebruik neemt jaarlijks met minder dan 10% toe. Daarna volgen op ruime afstand de opioïden morfine, methadon, fentanyl en oxycodon (figuur 1). Omdat de SFK niet beschikt over gegevens over de reden van voorschrijven, kan de SFK geen uitspraak doen over de mate waarin methadon als pijnstiller wordt gebruikt.

Opvallend is het weliswaar lage, maar vrijwel constant blijvende gebruik van het opioïde dextromoramide (Palfium®) Hoewel het gebruik in de afgelopen jaren licht dalend was, lijkt het in 2004 toe aan een revival. In het laatste halfjaar van 2004 was het gebruik bijna net zo hoog als in het eerste half jaar van 2000 (2700 verstrekkingen).

Gereguleerde afgifte en toediening

Fentanyl wordt vrijwel uitsluitend verstrekt in de vorm van een transdermale pleister voor de huid (160.000 keer in 2004). Uit de pleister komt het geneesmiddel met een vaste hoeveelheid per tijdseenheid vrij en gaat door de huid naar het bloed. Via die weg bereikt het middel de hersenen waar het zijn centrale werking uitoefent. Van morfine en oxycodon zijn tabletten en capsules met gereguleerde afgifte in de handel, ca 125000, respectievelijk 115.000 verstrekkingen in 2004. Van de hier genoemde middelen wordt circa 80% verstrekt in een vorm voor gereguleerde afgifte. Dit percentage is vrijwel constant gedurende de laatste 5 jaar.

Morfine wordt ook toegepast in de vorm van een oplossing voor continue parenterale toediening, via bijvoorbeeld speciale pompsystemen. Ook die morfinetoepassingen worden door openbare apotheken verstrekt; het gaat daarbij om bereidingen in de apotheek. De SFK beschikt echter over onvolledige gegevens met betrekking tot eigen bereidingen in apotheek, zodat geen uitspraak kan worden gedaan over de omvang.

Laxantia

Een erg vervelende bijwerking van opioïden is obstipatie (verstopping). Onderdeel van de behandeling met sommige opioïden is het gebruik van een laxeermiddel. Om apothekers te ondersteunen om patiënten op te sporen die mogelijk geen laxeermiddel gebruiken, heeft het WINAp samen met de SFK een search ontwikkeld in de vorm van een webrapportage. Elke SFK-deelnemer die een jaar of langer gegevens aan de SFK heeft aangeleverd kan de search gratis raadplegen.

Figuur 1: aantal opioïde verstrekkingen per kwartaal via de openbare apotheek

 

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top