Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2005 / Vrouw overtreft man

Vrouw overtreft man

1 april 2005, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 140 Nr 13

In 2004 hebben vrouwen 71 miljoen keer een receptgeneesmiddel gekregen (de pil niet meegerekend) en mannen 48 miljoen keer. Van dit verschil zijn 10 miljoen verstrekkingen toe te schrijven aan verschillen in leeftijdsopbouw tussen de seksen en 13 miljoen verstrekkingen aan overige factoren. Vrouwen overtreffen mannen voornamelijk in het gebruik van middelen voor het zenuwstelsel, zoals slaapmiddelen (2,4 keer zoveel), kalmeringsmiddelen (2 keer zoveel), antidepressiva (2,1 keer zoveel) en migrainemiddelen (4,5 keer zoveel).

Een veelgenoemde verklaring voor het hogere geneesmiddelengebruik door vrouwen is dat vrouwen medicinale anticonceptiva gebruiken en mannen niet. Het afgelopen jaar is de pil 3,4 miljoen keer verstrekt via de openbare apotheek. Ongeacht of hormoonpreparaten worden meegerekend, blijft staan dat vrouwen 1,5 keer zoveel medicijnen gebruiken als mannen.

In 2004 zijn per hoofd van de bevolking gemiddeld 8,1 receptgeneesmiddelen (WTG) verstrekt. De Nederlandse vrouw kreeg gemiddeld 9,5 WTG-voorschriften, voor een man was dit 6,6 voorschriften. Een voor de hand liggende verklaring voor het verschil in geneesmiddelenconsumptie is dat vrouwen gemiddeld 5 jaar ouder worden dan mannen. Deze verklaring lijkt aannemelijk, omdat ouderen al gauw 3 tot 4 keer zoveel geneesmiddelen gebruiken als de gemiddelde Nederlander. Voor alle leeftijdsgroepen behalve kinderen van 0 tot 11 jaar geldt dat vrouwen meer gebruiken dan mannen (figuur 1). Bij ouderen is het verschil in geneesmiddelengebruik tussen mannen en vrouwen in absolute zin het grootst. De vrouwelijke bevolking van 65 jaar en ouder gebruikt 1,7 keer zoveel geneesmiddelen als het mannelijke deel.

Geslachts- en vergrijzingseffect

Vrouwen hebben het afgelopen jaar 23 miljoen WTG-voorschriften meer gekregen dan mannen. Als de leeftijdsopbouw van de mannen wordt toegepast op het geneesmiddelengebruik van vrouwen, kan worden bepaald wat het effect is van leeftijd op de geneesmiddelenconsumptie en welke invloed het geslacht heeft. Van de 23 miljoen voorschriften zijn 10 miljoen voorschriften toe te schrijven aan het feit dat vrouwen gemiddeld ouder zijn dan mannen. De overige 13 miljoen voorschriften zijn toe te schrijven aan het gegeven dat vrouwen ‘vrouwen’ zijn. Het verschil in geneesmiddelengebruik tussen de seksen is voor 58% een vrouweneffect en 42% een leeftijdseffect.

Top-5 geneesmiddelengroepen

De geneesmiddelen die het meest aan vrouwen worden verstrekt, zijn onbetwist de slaap- en kalmeringsmiddelen, ofwel benzodiazepines. Met 7,7 miljoen voorschriften worden deze middelen het meest voorgeschreven aan het vrouwelijke geslacht. Het gebruik van deze middelen ligt bij vrouwen ruim 2 keer boven het niveau van de mannen. Op de tweede plaats staan de niet-steroïde anti-inflammatoire en antireumatische middelen (NSAID’s). NSAID’s zijn geneesmiddelen die pijn, koorts en ontstekingen bestrijden. In 2004 zijn deze geneesmiddelen, waartoe onder andere diclofenac, ibuprofen en de COX-2-remmers behoren, ruim 4 miljoen keer aan vrouwen afgeleverd. De derde positie wordt ingenomen door de antidepressiva met 3,7 miljoen verstrekkingen. De bètablokkers (onder andere bij hoge bloeddruk) en ulcus pepticummiddelen (maagzuurremmende geneesmiddelen) sluiten de rij met ieder 3 miljoen voorschriften.

Mannenmedicatie

Er zijn maar weinig geneesmiddelengroepen waarbij personen van het mannelijke geslacht duidelijk meer medicijnen gebruiken dan vrouwen. Dit zijn onder meer middelen bij ADHD (248.000 voorschriften; 3,1 keer zoveel voorschriften als vrouwen; met name verstrekt aan jongens in de leeftijd van 11 tot 20 jaar), jichtmiddelen (256.000 voorschriften; 2,7 keer zoveel), middelen bij verslavingen (163.000 voorschriften; 2,6 keer zoveel), cholesterolverlagers (2,4 miljoen voorschriften; 1,2 keer zoveel), en (vanzelfsprekend) middelen bij prostaatklachten (737.000 voorschriften).

 

Figuur 1: geneesmiddelengebruik naar leeftijd door mannen en vrouwen in 2004
(in WTG-voorschriften, ongeacht vergoedingsstatus)

 

Tabel 1: Top-5 geneesmiddelengroepen bij vrouwen in 2004 (exclusief hormonale anticonceptiva)

Aantal voorschriften verstrekt aan vrouwenAantal voorschriften verstrekt aan mannenVerhouding vrouw - man
1. Benzodiazepines (anxiolytica en hypnotica en sedativa)7.681.0003.578.0002,15
2. Niet-steroïde anti-inflammatoire en antireumatische middelen4.087.0002.578.0001,59
3. Antidepressiva3.699.0001.775.0002,08
4. Bètablokkers3.018.0002.288.0001,32
5. Ulcus pepticummiddelen2.985.0002.114.0001,41

 

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top