Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2005 / Minder uit de pijplijn

Minder uit de pijplijn

6 mei 2005, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 140 Nr 18

De introductie van nieuwe geneesmiddelen is één van de belangrijke verklaringen voor de aanhoudende stijging van de geneesmiddelenuitgaven. Sinds 2001 leggen geneesmiddelen die recent op de markt zijn gebracht echter een mindere sterke claim op het zorgbudget dan in voorgaande jaren. Eind jaren negentig namen de nieuwkomers nog 9 tot 10% van de totale geneesmiddelenkosten voor rekening. Sinds de millenniumwisseling is het kostenaandeel van de nieuwe geneesmiddelen gedaald tot even boven de 7% (figuur 1).

In sommige gevallen bieden nieuwe geneesmiddelen perspectief op de behandeling van een ziekte waarvoor nog geen afdoende therapie beschikbaar was. De ontwikkeling van een geneesmiddel is een tijdrovende en kostbare aangelegenheid, hetgeen zijn weerslag heeft op de prijs van nieuwe geneesmiddelen. De kostprijs van geneesmiddelen die vanaf 2001 zijn geïntroduceerd, is met gemiddeld € 61 per voorgeschreven middel tweeëneenhalf keer zo hoog als de gemiddelde prijs voor de totale groep receptgeneesmiddelen (WTG). In 2004 verstrekten de openbare apotheken voor ruim € 3 miljard aan receptgeneesmiddelen. Hiervan heeft € 223 miljoen betrekking op receptgeneesmiddelen die de voorgaande drie jaren in ons land geïntroduceerd zijn. Van het bedrag van € 223 miljoen is 77% terug te voeren op 10 nieuwe geneesmiddelen. Voor de farmaceutische industrie is het van cruciaal belang om zich zo nu en dan in deze top-10 te nestelen (tabel 1). Overigens gaan er doorgaans vijf tot zes jaar overheen, voordat de structurele marktpositie van een nieuw geneesmiddel zich definitief aftekent.

Middelen bij hooikoorts

In de top-10 staan twee middelen die worden gebruikt bij allergieën zoals hooikoorts, en die een forse kostenstijging kennen. De kosten die in 2004 zijn gemoeid met levoceterizine (€ 10 miljoen) en desloratadine (€ 9 miljoen) liggen 263% respectievelijk 44% hoger dan in 2003. Deze sterke toename heeft minder te maken met de introductie van de middelen op zichzelf, maar is vooral toe te schrijven aan de invoering van de zelfzorgmaatregel per 1 januari 2004. Zoals de SFK eerder heeft bericht, heeft deze maatregel bij de zelfzorgmiddelen die worden voorgeschreven bij allergische reacties geleid tot een grootschalige verschuiving naar receptplichtige alternatieven die wel vergoed worden. De teruggang in het gebruik van de reeds langer beschikbare zelfzorgvarianten cetirizine en loratadine (-75% ten opzichte van 2003) is in absolute zin gecompenseerd door de toename in het gebruik van de in 2001 geïntroduceerde receptgeneesmiddelen levoceterizine en desloratadine.

Arcoxia®

De sterkste uitgavenstijging doet zich voor bij de COX-2-remmer etoricoxib (Arcoxia®). COX-2-remmers behoren tot de groep NSAID’s, geneesmiddelen die tegelijkertijd pijn, koorts en ontstekingen bestrijden. Nadat producent MSD de populaire COX-2-remmer rofecoxib (Vioxx®) op 30 september 2004 van de markt haalde, heeft zich een duidelijke verschuiving voorgedaan naar celecoxib van Pfizer (verschenen in 2000) en etoricoxib, eveneens van MSD. De kosten van etoricoxib namen sinds september 2003 gestaag toe met gemiddeld € 250.000 per kwartaal. Na het verdwijnen van Vioxx® deed zich in het vierde kwartaal van 2004 een explosieve stijging voor van € 1,4 miljoen ten opzichte van het voorgaande kwartaal (+ 58%). Van de € 10 miljoen die is uitgegeven aan Arcoxia®, is bijna € 4 miljoen in de laatste maanden van 2004 besteed.

 

Figuur 1: kostenaandeel nieuwe* geneesmiddelen op totale kosten WTG-geneesmiddelen

* geneesmiddelen die in de drie voorafgaande jaren geïntroduceerd zijn

 

Tabel 1: Top-10 recent geïntroduceerde geneesmiddelen in 2004

Stofnaam

Merknaam

wordt toegepast bij

Registratiejaar

Kosten
(vergoedingsprijs)

Groei
1. TiotropiumSpiriva®bij chronische bronchitis en longemfyseem2001€ 35 miljoen41%
2. Formoterol met andere astma/COPD-middelenSymbicort®bij astma/COPD2001€ 31 miljoen40%
3. RosuvastatineCrestor®bij te hoog cholesterol2002€ 26 miljoen182%
4. Darbepoetine alfaAranesp®bij anemie door acute nierinsufficiëntie2001€ 24 miljoen53%
5. ImatinibGlivec®bij leukemie2001€ 11 miljoen-23%
6. EtoricoxibArcoxia®bij artrose, artritis, acute pijn2002€ 10 miljoen304%
7. LevocetirizineXyzal®bij allergieën2001€ 10 miljoen263%
8. TenofovirViread®bij AIDS2002€ 9 miljoen59%
9. DesloratadineAerius®bij allergieën2001€ 9 miljoen44%
10. LopinavirKaletra®bij AIDS2001€ 8 miljoen16%

 

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top