Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2005 / De gevaren van suiker

De gevaren van suiker

2 september 2005, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 140 Nr 35

Bij een goede farmacotherapeutische behandeling van diabetes is therapietrouw een belangrijk aandachtspunt. Uit cijfers van de SFK blijkt dat 9 op de 10 diabetespatiënten trouw zijn in het gebruik van hun medicatie. Ongeveer de helft van de diabetespatiënten krijgt preventief een bloeddrukverlagend middel en 40% gebruikt een cholesterolverlager. Met het nieuwe diabetesprogramma van SFK, DGV en WINAp kan de apotheker, waar nodig, in actie komen.

Diabetes mellitus, in de volksmond ‘suiker’ of ‘suikerziekte’ genoemd, ontstaat door een gebrek aan insuline (type-1 diabetes), of doordat het lichaam minder gevoelig is voor insuline (type-2 diabetes of ‘ouderdomsdiabetes’). Hierdoor is bij personen met diabetes de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog. Te hoge gemiddelde glucosewaarden over een langere termijn kunnen leiden tot allerlei complicaties, waaronder een slechter zichtvermogen, hoge bloeddruk, nierproblemen, loopproblemen en seksuele stoornissen. Een goede behandeling van diabetes met medicatie en een gezonde levensstijl is essentieel om de kans hierop te verkleinen.

De cijfers

Volgens het RIVM waren er in het jaar 2000 in Nederland bijna 500.000 personen met diabetes, van wie de meerderheid (85%) type-2 diabetes heeft. Daarnaast zijn er naar schatting 150.000 tot 250.000 Nederlanders die de ziekte hebben zonder het te weten. Het RIVM verwacht dat er alleen al op basis van demografische ontwikkelingen, waaronder de vergrijzing, in 2020 35% meer diabeten zullen zijn.
Uit cijfers van de SFK blijkt dat in de eerste helft van 2005 568.000 patiënten diabetesmedicatie via de openbare apotheken hebben gekregen. Onder diabetesmedicatie wordt verstaan orale bloedglucoseverlagende middelen en insulines. In totaal is in deze periode 1,7 miljoen keer een oraal bloedglucoseverlagend middel afgeleverd en 600.000 keer een insuline. Orale bloedglucoseverlagende middelen worden gebruikt bij de behandeling van type-2-diabetes. Insuline wordt vooral gebruikt bij type-1-diabetes, bij zwangerschapsdiabetes en bij ernstige gevallen van type-2 diabetes. Onder patiënten tot 40 jaar komt vaker type-1-diabetes voor dan type-2-diabetes (figuur 1).

Co-medicatie

Diabetespatiënten lopen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en daarom is het belangrijk om de bloeddruk en de cholesterolspiegel te bewaken en eventueel te behandelen. Uit onderzoek van de SFK blijkt dat in de eerste maanden van dit jaar 56% van de type-2 diabeten een bloeddrukverlager krijgt en 41% een cholesterolverlager. Voor patiënten ouder dan 40 jaar die alleen met insulines worden behandeld, liggen deze percentages wat lager: de helft ontvangt een bloeddrukverlagend middel en 36% gebruikt een cholesterolverlager.

Therapietrouw

Omdat diabetes een chronische behandeling vergt, is het van belang dat patiënten een eenmaal ingezette farmacotherapeutische behandeling blijven continueren. Gemiddeld blijken 9 op de 10 diabetespatiënten trouw zijn in het gebruik van orale diabetesmedicatie. Het percentage therapietrouw van een patiënt is hierbij gedefinieerd als het aantal dagen in de maand dat een patiënt medicatie gebruikt, gedeeld door het totaal aantal dagen in de maand. De mate van therapietrouw in het gebruik van bloeddrukverlagers en cholesterolverlagers is met 86% respectievelijk 83% eveneens hoog. Echter, gemiddeld gebruikt 1 op de 10 patiënten in de apotheek de diabetesmedicatie niet therapietrouw, met als gevolg een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten en sterfte. Gerichte zorg van het apotheekteam voor betere therapietrouw zal daarom ernstige gevolgen helpen voorkómen.

Praktijkondersteunend Programma Diabetes

De SFK, DGV en het WINAp hebben samen een praktijkondersteunend programma over diabetes ontwikkeld. Met dit programma wordt het prescriptiebeleid van huisartsen ten aanzien van bloedglucoseverlagende geneesmiddelen in beeld gebracht. Ook worden diabetespatiënten opgespoord die niet optimaal behandeld worden of therapieontrouw zijn in het gebruik van diabetesmedicatie of relevante co-medicatie. Nieuw in dit programma is het FPZ zorgrapport van het WINAp waarmee de apotheker maandelijks de verleende diabeteszorg kan monitoren en spiegelen aan een landelijk kengetal. SFK-deelnemers die een all-in abonnement hebben, krijgen automatisch de beschikking over dit programma.

Figuur 1: gebruik van diabetesmedicatie naar leeftijdsgroepen (in voorschriften)

 

 Gebruik van diabetesmedicatie naar leeftijd

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top