Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2005 / Vergeet-mij-nietjes uit de kast

Vergeet-mij-nietjes uit de kast

25 februari 2005, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 140 Nr 8

In Nederland zijn ongeveer 250.000 personen licht tot ernstig dement. Dit aantal stijgt, deels ten gevolge van de vergrijzing, jaarlijks met ongeveer 15 %. Uit de cijfers van de SFK over het 3e kwartaal van 2004 blijkt dat ruim 12.000 mensen (5,2%) geneesmiddelen betrekken die zijn geregistreerd voor het gebruik bij vormen van dementie.

Dementie

Bij dementie gaat het geestelijk functioneren geleidelijk aan achteruit. Dementie dient niet verward te worden met ouderdomsvergeetachtigheid. Vergeetachtigheid slaat uitsluitend op problemen met het geheugen. Bij dementie zijn er veel meer problemen dan alleen vergeetachtigheid. Er zijn vele vormen van dementie, waarvan de belangrijkste vormen de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie zijn. De ziekte van Alzheimer (60% van alle dementiepatiënten) openbaart zich meestal door stoornissen in het korte-termijn-geheugen, die geleidelijk erger worden totdat men in het dagelijks leven niet meer functioneert. Vasculaire dementie (10-15%) wordt veroorzaakt door kleine beroertes, maar is moeilijk te onderscheiden van Alzheimer. Vaak verloopt het ziekteproces wat meer schoksgewijs. Een zeldzaam voorkomende, maar beruchte telg, is de ziekte van Creuzfeldt-Jacob.

Geneesmiddelen

Er zijn weinig geneesmiddelen die zijn geregistreerd voor gebruik bij dementie. Er zijn geen geneesmiddelen die dementie kunnen genezen. Wel is uitstel van de verergering van de klachten soms mogelijk. De diagnose ‘dementie’ is echter moeilijk te stellen en het effect van de geneesmiddelen is eveneens moeilijk te beoordelen. Bovendien werken de middelen niet bij iedereen die aan dementie lijdt.

Co-dergocrine, een vaatverwijder, is het eerst geregistreerde middel voor gebruik bij dementie. Het idee daarbij is dat een verbeterde bloedtoevoer naar de hersenen een gunstig effect heeft. De afgelopen jaren zijn meer specifieke middelen in Nederland beschikbaar gekomen: rivastigmine (Exelon®) en galantamine (Reminyl®) zijn bestemd voor gebruik bij lichte tot matig ernstige vormen en memantine (Ebixa®) voor matig ernstige tot ernstige vormen van de dementie. Ze grijpen in op specifieke neurotransmitters.

Gebruik

Het gebruik van de middelen bij dementie is weergegeven in figuur 1. Het middel rivastigmine kent een jaarlijkse groei van ongeveer 53% per jaar, terwijl ook het gebruik van galantamine zeer snel stijgt. Het gebruik van memantine blijft, wellicht vanwege het feit dat het niet vergoed wordt, zeer beperkt. Naar verluidt heeft de fabrikant een deel van de kosten van het gebruik gedurende de periode september 2003 – september 2004 voor zijn rekening genomen. Zoals verwacht is het overgrote deel (77 %) van de patiënten die antidementiva gebruikt ouder dan 65. Bijna 11% is zelfs ouder dan 85, 43% is man en 57% vrouw (figuur 2).

Vergoeding

De bovengenoemde geneesmiddelen worden niet zonder meer vergoed door de zorgverzekeraars. Aan de vergoeding van rivastigmine en galantamine in het GVS (Geneesmiddel Vergoeding Systeem) zijn voorwaarden gesteld: de specialist moet de patiënt volgens een specifiek behandelprotocol behandelen en de zorgverzekeraar moet van te voren toestemming geven. Co-dergocrine wordt in het geheel niet vergoed net zo min als memantine. Voor dit laatste middel heeft de minister van VWS in december jl. aan de Tweede Kamer toegezegd dat het middel onder nog nader te formuleren voorwaarden zal worden opgenomen in het GVS, naar verwachting nog dit voorjaar.

Figuur 1: gebruik van antidementiva (aantal voorschriften per kwartaal)

Figuur 2: gebruikers naar leeftijd en geslacht (derde kwartaal 2004)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top