Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2007 / Strijd tegen allergie laait weer op

Strijd tegen allergie laait weer op

22 maart 2007, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 142 Nr 12

In 2006 hebben de openbare apotheken 5,4 miljoen keer op recept een geneesmiddel tegen allergieën verstrekt voor een bedrag van € 134 miljoen. Antihistaminica (3,6 miljoen verstrekkingen) en corticosteroïd-bevattende neussprays (1,8 miljoen) worden het meest gebruikt. De uitgaven aan behandelingen met allergenen nemen 28% van de uitgaven aan anti-allergiemiddelen voor hun rekening.

Een allergie is een overreactie van het afweersysteem van het lichaam op een bepaalde stof (het allergeen). Allergische reacties zijn er in verschillende gradaties, van lichte hinder tot zeer ernstige klachten. De meest voorkomende klachten zijn niezen, snotteren, tranende ogen en jeuk aan ogen en neus. Hooikoorts is een bekende verschijningsvorm, maar ook eczeem en astma kunnen het gevolg zijn van overgevoeligheidsreacties.

Geneesmiddelen tegen allergie

Het beste recept tegen allergie is het voorkómen van contact met het allergeen. Als dit niet (goed) mogelijk is, kunnen geneesmiddelen uitkomst bieden. Veelgebruikte geneesmiddelen bij allergische klachten zijn antihistaminica en corticosteroïd-bevattende geneesmiddelen voor nasaal gebruik. Antihistaminica werken specifiek de lichaamseigen stof ‘histamine' tegen, een stof die vrijkomt bij een allergische reactie. Hierdoor vermindert die reactie. Corticosteroïd-bevattende neussprays geven bescherming tegen allergenen doordat ze de afweerreacties van het lichaam onderdrukken. Ze moeten continu worden gebruikt gedurende de periode dat er contact met allergenen bestaat.

Piekperiode

In 2006 leverden de openbare apotheken 1,8 miljoen keer een corticosteroïd-bevattend middel voor nasaal gebruik voor een totaalbedrag van € 41 miljoen. Deze kosten worden volledig vergoed door de zorgverzekeraar. De meest gebruikte geneesmiddelen uit deze groep zijn fluticason (Flixonase®, 792.000 voorschriften), mometason (Nasonex®, 460.000 voorschriften) en budesonide (Rhinocort®, 298.000 voorschriften). Hoewel het gebruik van deze corticosteroïden een vrij gelijkmatig patroon vertoont, gaan de middelen in de maanden april, mei en juni vaker over de apotheekbalie dan in andere maanden.

Antihistaminica worden specifieker bij seizoensgebonden allergische klachten voorgeschreven, vooral in het hooikoortsseizoen (voorjaar en begin van de zomerperiode). Van de antihistaminica in de vorm van neusspray en oogdruppels wordt gemiddeld 73% (415.000 voorschriften) in het 2de en 3de kwartaal verstrekt. Antihistaminica voor orale toediening zijn in 2006 3 miljoen keer afgeleverd op kosten van de zorgverzekeraar (€ 48 miljoen). De receptplichtige geneesmiddelen desloratadine (Aerius®) en levocetirizine (Xyzal®) zijn het meest verstrekt: de helft van alle afleveringen komt op het conto van deze twee middelen.

Zelfzorg op recept

Door invoering van de zelfzorgmaatregel in 2004, waarbij zelfzorgmedicatie voor chronisch gebruik niet langer werd vergoed, heeft bij de antihistaminica een grootschalige verschuiving plaatsgevonden naar de receptplichtige varianten die wel vergoed werden. Deze maatregel is in 2005 voor de antihistaminica weer teruggedraaid. Dit is ten koste gegaan van de receptplichtige varianten, maar het gebruik van deze middelen is niet gedaald tot het niveau van 2003, vóór invoering van de zelfzorgmaatregel. Zo is het aantal verstrekkingen van levocetirizine met 10% afgenomen, maar door de sterke voorschriftengroei die dit middel in 2004 doormaakte, is het gebruik in 2005 nog steeds bijna het drievoudige ten opzichte van 2003. In 2006 nam het aantal afleveringen verder toe met 8% tot 760.000. Het aantal voorschriften van de vrij verkrijgbare tegenhanger cetirizine (Zyrtec®), dat in 2004 77% minder werd afgeleverd, is in 2005 toegenomen met 223.000 en in 2006 met 276.000. Hiermee zit het aantal verstrekkingen van dit middel op eenderde van het niveau van 2003.

Immunotherapie

Een andere behandelmethode voor allergieën is hyposensibilisatie of immunotherapie. Bij deze behandelmethode krijgt de patiënt het bewuste allergeen in zeer lage, maar oplopende hoeveelheden toegediend, waardoor het lichaam in loop van tijd aan de stof ‘went’ en de heftige reactie op het allergeen uitblijft. Het aantal behandelingen met allergenen is al een aantal jaren sterk aan het stijgen. In 2006 zijn er 102.000 allergenen verstrekt, 14% meer dan in het jaar daarvoor. De uitgaven namen eveneens met 14% toe, van € 33 miljoen tot € 38 miljoen. De voorschriftengroei is hoofdzakelijk toe te schrijven aan Oralgen® druppels en dan vooral de kuren die worden toegepast bij allergieën voor boompollen en graspollen.

Figuur 1: Verschuivingen in het gebruik van antihistaminica, 2000-2006 (voorschriften x 1.000)

De invoering van de zelfzorgmaatregel heeft tot aanzienlijke verschuivingen in het gebruik van antihistaminica geleid, terwijl het totale gebruik een stijgende lijn blijft vertonen.

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top