Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2008 / Meer geneesmiddelen bij trombose

Meer geneesmiddelen bij trombose

1 mei 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 18

Antitrombotica zijn in 2007 7,1 miljoen keer verstrekt. Acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium zijn samen goed voor tweederde van dat aantal. Vooral de sterke groei van het aantal voorschriften voor dipyrydamol valt op. Voor wat betreft de geneesmiddelenkosten spant clopidogrel nog altijd de kroon.

Antitrombotica worden onder meer ingezet als secundaire preventie bij een beroerte. Met een beroerte of CVA (Cerebro Vasculair Accident) worden aandoeningen in de hersenen aangeduid waarbij er geen bloedtoevoer is voor een deel van de hersenen. De oorzaak hiervan kan een hersenbloeding zijn. In dat geval is er sprake van het lekken van bloed uit de vaten. Meestal is de oorzaak echter een herseninfarct. Daarbij is een bloedvat door een stolsel afgesloten. Door zuurstofgebrek kan bij CVA uitval van lichaamsfuncties ontstaan die tijdelijk of blijvend van aard is. Indien het stolsel snel verdwijnt en er binnen 24 uur na het CVA geen verschijnselen van functie-uitval zijn, is er sprake van Transient Ischaemic Attack (TIA). Iemand die een CVA heeft gehad, heeft een verhoogde kans op een volgend CVA. Naast leefstijladviezen om verslechtering van de conditie van de vaten te voorkomen, kunnen antitrombotica worden ingezet. Ook worden antilipaemica toegepast en mogelijk bloeddrukverlagers.

Antitrombotica is een verzamelnaam voor geneesmiddelen uit verschillende groepen. Het gaat hierbij om antistollingsmiddelen, waartoe de vitamine K antagonisten (acenocoumarol en fenprocoumon) behoren en geneesmiddelen uit de heparinegroep (heparine, nadroparine en dalteparine). Trombocytenaggregatieremmers, waarvan acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium en clopidogrel de belangrijkste vertegenwoordigers zijn, worden het meest toegepast.

Top 5

In 2007 verstrekten openbare apotheken 7,1 miljoen keer een antitromboticum. Dit is 7,5 procent meer dan het jaar daarvoor. De vijf meest verstrekte geneesmiddelen nemen hierbij 93% van het totaal voor hun rekening. Het gaat hierbij om acetylsalicylzuur (2,7 miljoen voorschriften), carbasalaatcalcium (2,0) , acenocoumarol (1,2), dipyrydamol (0,4) en clopidogrel (0,3). Van deze middelen maakt dipyrydamol relatief de sterkste groei door. Dit is opvallend aangezien de groei van dipyridamol in de periode 2002 tot en met 2005 beduidend minder dan gemiddeld was. In 2006 en 2007 was de voorschriftenstijging van dit middel juist veel hoger dan gemiddeld, 23 respectievelijk 31 procent. Deze toename is waarschijnlijk het gevolg van het in 2006 gepubliceerd onderzoek waaruit blijkt dat de combinatie van dipyridamol aan acetylsalisylzuur bij patiënten met een klein CVA of TIA meerwaarde heeft. Overigens hebben alle gepresenteerde cijfers niet alleen betrekking op gebruik na een CVA. De middelen worden ook voor andere doeleinden gebruikt en de SFK heeft geen inzicht in de reden van voorschrijven.

Off-label vergoeding

Voor wat betreft de geneesmiddelenkosten liggen de verhoudingen binnen de antitrombotica heel anders. Ruim 40% van de geneesmiddelenkosten voor antitrombotica betreft clopidogrel (Plavix), terwijl het voorschriftenaandeel voor dit middel op zo'n 5% uitkomt. Clopidogrel wordt sinds 1989 onder voorwaarden vergoed. In de loop van de tijd zijn deze voorwaarden meerdere malen aangepast. De meest recente wijziging dateert van april 2007. Vanaf die datum hebben verzekerden ook aanspraak op clopidogrel als dat wordt voorgeschreven na een stentplaatsing bij niet-acuut coronair lijden. Dit is een bijzondere situatie, want hiermee is voor het eerst een niet geregistreerde indicatie opgenomen als aanvullende voorwaarde en is er dus sprake van geautoriseerd off-label gebruik. De verruimimg van de voorwaarden heeft vooralsnog nog niet geleid tot een extra stijging van het gebruik. Weliswaar namen het aantal verstrekkingen en de geneesmiddelenkosten in 2007 met respectievelijk 9 en 13 procent toe, maar dit wijkt niet af van de in het verleden ingezette trend.

Figuur 1: Ontwikkeling aantal voorschriften meest voorgeschreven antitrombotica (2003=100)

Van de vijf meest voorgeschreven antitrombotica, stijgt het gebruik van clopidogrel en dipyridamol het sterktst.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top