Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2008 / Antidementiva meer toegepast

Antidementiva meer toegepast

2 oktober 2008, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 143 Nr 40

Van de naar schatting 270.000 licht tot ernstig dementerende Nederlanders betrekken er ruim 17.000 een antidementivun van de Nederlandse apotheken. Dat aantal nam in de eerste helft van 2008 met ruim 52% toe ten opzichte van 2007.

Dementie is een ziektebeeld dat zich kenmerkt door een geleidelijke achteruitgang van het geestelijk functioneren, waarbij geheugenstoornissen op de voorgrond staan. Er zijn meer dan zestig verschillende oorzaken van dementie bekend. Van de mensen met dementie lijdt 70% aan de ziekte van Alzheimer, een aandoening in de hersenen waarbij geleidelijk steeds meer hersencellen verloren gaan, de meest voorkomende oorzaak. Volgens de Alzheimer Nederland zijn er op dit moment 270.000 mensen die lijden aan dementie, bij wie in 40% van de gevallen de diagnose dementie is gesteld. Het voorkomen van dementie neemt toe met de leeftijd. Door de toenemende vergrijzing is de verwachte jaarlijkse toename van dementie-patiënten 2 a 3%.
Er zijn geen geneesmiddelen die de ziekte van Alzheimer of andere vormen van dementie kunnen voorkomen of genezen. Wel zijn er enkele geneesmiddelen die het ziekteproces (tijdelijk) kunnen vertragen. Wel is het effect van deze geneesmiddelen moeilijk te beoordelen en werken ze niet bij iedereen die aan dementie lijdt.

Niet zondermeer vergoed

Het oudste geneesmiddel dat voor gebruik bij dementie is geregistreerd is de vaatverwijder co-dergocrine. Het verbetert de bloedtoevoer naar de hersenen. Dit middel wordt echter niet vergoed uit de basisverzekering. De cholinesteraseremmers rivastigmine (Exelon®) en galantamine (Reminyl®) die zijn geregistreerd voor het gebruik bij lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer worden dat wel, evenals het antidementivium memantine (Ebixa®). Dit middel, geregistreerd voor matig tot ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer, is sinds het 3de kwartaal 2002 beschikbaar maar behoort pas sinds mei 2005 tot het wettelijk verzekerd pakket. Voor de vergoeding van de drie laatst genoemde middelen geldt overigens wel de voorwaarde dat ze worden voorgeschreven voor de geregistreerde indicatie(s) en dat de therapie wordt geëvalueerd conform de door de beroepsgroepen geaccepteerde behandelrichtlijnen voor medicamenteuze therapie bij dementie.
Van galantamine, dat aanvankelijk in meerdere sterkten in de vorm van gewone tabletten verkrijgbaar was, kwamen in februari 2005 capsules in diverse sterktes met gereguleerde afgifte in de handel. Van de oorspronkelijke tabletten is alleen die van 4 mg nog beschikbaar.
Rivastigmine is sinds januari 2008 ook als pleister op de markt. De bijwerkingen misselijkheid en braken terden bij deze transdermale toedieningsvorm minder op de voorgrond.

Sterke toename

In 2007 verstrekten de Nederlandse apotheken 125.000 keer een middel bij dementie. Sinds 2004 is dit aantal jaarlijks met gemiddeld 30% per jaar gestegen, een trend die zich in de eerste helft van dit jaar onverminderd voortzet. In 2007 bedroegen de uitgaven aan antidementia € 12 miljoen, terwijl die naar verwachting dit jaar zullen uitkomen op € 17 miljoen, een stijging van 40%.
Het gebruik van co-dergocrine neemt gestaag af. In 2007 werd het middel nog maar 900 keer via de apotheek verstrekt.

Meer gebruikers

Het aantal gebruikers van antidementiva neemt al jaren sterk toe. Met 17.000 is dit aantal in de eerste helft van 2008 ruim 52% hoger dan een jaar eerder. Van de gebruikers is 45% man en 55% vrouw. Zoals te verwachten is worden de middelen vooral door ouderen gebruikt, 93 % is ouder dan 65 jaar en ruim 18% is ouder dan 85 jaar.
Een deel van de mensen die aan dementie lijden is opgenomen in verpleeginstellingen. Het geneesmiddelgebruik van deze mensen onttrekt zich aan het zicht van de SFK.

Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal voorschriften antidementiva per kwartaal

Voor de stijging van het aantal voorschriften antidementiva zijn vooral rivastigmine en galantamine verantwoordelijk.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top