Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2009 / Bijna één op de twee uitgiftes voor oudere patiënt

Bijna één op de twee uitgiftes voor oudere patiënt

14 mei 2009, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 144 Nr 20

In 2008 hebben de openbare apotheken 166 miljoen keer een geneesmiddel verstrekt dat voor vergoeding door de zorgverzekeraar in aanmerking kwam. Dit komt overeen met 10,9 verstrekkingen per Nederlander. Ouderen krijgen 3 tot 5 maal zo vaak een geneesmiddel als gemiddeld.

Het aantal verstrekkingen van vergoedbare geneesmiddelen via de openbare apotheek is in 2008 met 14,4% toegenomen ten opzichte van 2007. Deze spectaculaire toename is hoofdzakelijk terug te voeren op de verandering in de wijze waarop uitgiften via een weekdoseersysteem mogen worden gedeclareerd per 1 juli 2008. Met de invoering van de nieuwe tariefstructuur per die datum mogen weekafleveringen iedere week in rekening worden gebracht, waar dit voorheen vanwege afspraken met verzekeraars veelal eens per twee of drie weken gebeurde. Hierdoor telt iedere weekaflevering vanaf juli 2008 mee als uitgifte. De vergoeding voor een weekuitgifte is overigens substantieel lager dan de oude receptregelvergoeding.
Om het groeicijfer te corrigeren voor de invloed van de nieuwe tariefstructuur, kan worden gekeken naar toename in aantal verstrekte dagdoseringen (DDD’s). De groei op basis van DDD’s bedroeg in de periode 2007-2008 12,5%. Ook dit cijfer lijkt hoog, maar is verklaarbaar door de heropname in het wettelijk verzekerde geneesmiddelenpakket van anticonceptiva voor alle vrouwen. Als voor dit ‘pileffect’ wordt gecorrigeerd, blijft de volumegroei in DDD’s beperkt tot 3,8%. Een dergelijke groei sluit aan bij de structurele groei in het geneesmiddelengebruik die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan.

75-plussers aan het weekdoseersysteem

In zijn algemeenheid gebruiken ouderen meer geneesmiddelen dan jongeren. Personen van 65 jaar of ouder consumeren met 35 verstrekkingen in een jaar ruim driemaal zoveel geneesmiddelen als een gemiddelde Nederlander, die in 2008 11 afleveringen ontving. Personen van 75 jaar of ouder gebruikten het afgelopen jaar zelfs bijna 5 keer zoveel geneesmiddelen als gemiddeld. Hierbij moet wederom worden opgemerkt dat de wekelijkse telling van uitgiften via een weekdoseersysteem op dit cijfer vooral bij ouderen van grote invloed is. Als de gebruiksgegevens naar leeftijd in de eerste helft van 2008, voordat de nieuwe tariefstructuur van toepassing was, worden geëxtrapoleerd voor het hele jaar, zou dit betekenen dat een doorsnee 75-plusser 43 keer een verstrekking kreeg waarbij in de apotheek een vergoeding in rekening werd gebracht. Als gevolg van het nieuwe systeem stijgt dit in 2008 tot 50 uitgiftes.

Top 5 ouderen

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren er op 1 januari 2009 2,4 miljoen personen in Nederland van 65 jaar of ouder. Deze 65-plussers, 14,7% van de bevolking, nemen 44% van het geneesmiddelengebruik, gemeten in DDD’s, voor hun rekening. Het meest gebruikte geneesmiddel door ouderen in 2008 is metoprolol met 2,8 miljoen voorschriften. Dit middel wordt onder meer gebruikt bij hoge bloeddruk en angina pectoris. In zijn kielzog volgt de bloedplaatjesaggregatieremmer acetylsalicylzuur met een nagenoeg gelijk aantal voorschriften. Op de derde en vierde positie staan de maagzuurremmer omeprazol (2,1 miljoen voorschriften) respectievelijk de plaspil furosemide (2,0 miljoen voorschriften). De cholesterolverlager simvastatine sluit de top 5 af met 1,9 miljoen verstrekking aan ouderen.

Aandeel 65-plus

Binnen de 50 meest voorgeschreven geneesmiddelgroepen op ATC3-niveau, is in de tabel de top 10 weergegeven gerangschikt naar het aandeel 65-plussers dat deze middelen gebruikt. Op de eerste positie staan de hartglycosiden, waarvan 93% is voorgeschreven aan personen van 65 jaar en ouder. Deze geneesmiddelengroep wordt toegepast bij hartzwakte en hartfalen. Zoals te verwachten, zijn 65-plussers grootverbruikers van de geneesmiddelengroepen die worden toegepast bij kwalen die met de leeftijd komen. Plasmiddelen en vaatverwijders zijn daarvan voorbeelden, evenals geneesmiddelen bij glaucoom, osteoporose en prostaatklachten. Ouderen gebruiken relatief weinig migrainemiddelen. Hun aandeel in het gebruik van deze middelen bedraagt 8%, terwijl zij bijna 15% van de Nederlandse bevolking uitmaken. Ook middelen bij ADHD worden maar zelden aan 65-plussers verstrekt (3%). Tenslotte is het niet verwonderlijk dat de groep anticonceptiva bij ouderen op de laatste plaats staat, met een aandeel van 0%.

 figuur 1: Geneesmiddelengebruik per hoofd van de bevolking naar leeftijd in 2008 (in voorschriften).

Een gemiddelde Nederlander kreeg in 2008 11 keer een pakketgeneesmiddel verstrekt. Personen van 65 jaar of ouder gebruiken 3 maal zoveel.

Tabel 1: Top 10 aandeel 65-plus 2008, binnen 50 meest verstrekte geneesmiddelengroepen op ATC3-niveau

Rang  ATC3    Geneesmiddelgroep    Toepassing    Aandeel  
65-plus
1C01A  Hartglycosiden  Bij hartzwakte en hartfalen93%
2C03C  High-ceiling diuretica  Plasmiddel87%
3C01D  Vasodilantia bij hartziekten  Pijn op de borst85%
4C03D  Kalium sparende middelen  Bij hartfalen84%
5M05B  Botstructuur en botmineralisatie-
  beïnvloedende middelen  
  Bij osteoporose79%
6G04C  Middelen bij benigne prostaathyperplasie    Bij vergrote prostaat76%
7A12A  Calcium  Bij osteoporose74%
8S01E  Glaucoommiddelen en miotica  Bij glaucoom74%
9B01A  Antithrombotica  Voorkomen bloedstolling73%
10C08C  Selectieve calciumantagonisten
  met vasculaire werking
  Bij hart- en vaataandoening  68%

Geneesmiddelen bij hart- en vaataandoeningen worden overwegend aan 65-plussers verstrekt. Naast typische ‘seniorenmiddelen’ zijn er ook geneesmiddelengroepen, zoals de migrainemiddelen, die ouderen juist weinig gebruiken.

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top