Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2015 / Voor het eerst minder uitgaven aan hiv-remmers

Voor het eerst minder uitgaven aan hiv-remmers

27 februari 2015, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 150 Nr 9

Nederlandse apotheken verstrekten vorig jaar 210.000 keer een hiv-remmer. Dat is precies even vaak als in 2013. De uitgaven aan deze middelen namen voor het eerst af. Bedroegen de uitgaven aan deze middelen in 2013 nog € 175 miljoen, in 2014 was dat € 5 miljoen minder.

Hiv is de afkorting voor het humaan immunodeficiëntie-virus. Eenmaal besmet, tast hiv het afweersysteem van het lichaam steeds verder aan, waardoor patiënten klachten krijgen, zoals griep, moeheid en huiduitslag. Als het afweersysteem zodanig is verzwakt dat het bacteriën en virussen niet meer de baas kan, spreken we van aids (acquired immunodeficiency syndrome). Bij mensen met aids is het immuunsysteem dusdanig verzwakt dat infecties en kwaadaardige aandoeningen zoals kanker gemakkelijk kunnen ontstaan. Zonder behandeling heeft aids een dodelijke afloop. Een tijdige behandeling met hiv-remmers kan voorkomen dat de hiv-infectie leidt tot aids. Hiv kan worden behandeld met combinatietherapie van ten minste drie hiv-remmende medicijnen, cart (combination AntiRetroviral Therapy) genoemd. Deze antivirale middelen remmen de vermeerdering van hiv, maar kunnen het virus niet volledig uit het lichaam laten verdwijnen.

€ 7700 per patiënt

In 2014 leverden de Nederlandse openbare apotheken aan 22.000 mensen een hiv-remmer. Ten opzichte van vijf jaar geleden ligt het aantal gebruikers hiermee 37% hoger. De afgelopen drie jaar is de groei van het aantal patiënten dat hiv-remmende medicijnen gebruikt echter afgezwakt. Dit beeld wordt bevestigd door het rivm, dat meldt dat er sinds 2012 een licht dalende trend is in het aantal nieuwe registraties bij de hiv-behandelcentra. De totale uitgaven aan hiv-remmers, inclusief apotheekvergoeding, kwamen vorig jaar voor het eerst lager uit dan in het jaar daarvoor: € 170 miljoen tegen € 175 miljoen in 2013. Een hiv-patiënt heeft per jaar gemiddeld voor € 7700 aan hiv-medicatie nodig.

Combinatiepreparaten

Het door Nederlandse apothekers meest verstrekte hiv-middel is het combinatiepreparaat tenofovir met emtricitabine (Truvada) met 40.500 verstrekkingen in 2014. Deze twee werkzame stoffen zijn ook in een vaste combinatie met nog een derde middel beschikbaar: met efavirenz (Atripla) en met rilpivirine (Eviplera). Deze beide combinatiepreparaten met drie werkzame stoffen – afkomstig van dezelfde fabrikant – zijn in 2014 samen goed voor 27.000 verstrekkingen, waarbij de groei van Eviplera ongeveer de afname van Atripla compenseert. De kosten per werkzame stof van de genoemde combinatiepreparaten Truvada, Atripla en Eviplera ontlopen elkaar vrijwel niet en komen uit op ongeveer € 9 per component per dag. Dat komt voor de preparaten met drie componenten neer op zo’n € 2500 per drie maanden en voor Truvada op ruim € 1600. Ritonavir (Norvir), nevirapine (onder meer Viramune) en darunavir (Prezista) zijn met respectievelijk 29.000, 22.000 en 17.000 terhandstellingen de meest verstrekte enkelvoudige middelen.

Figuur 1: Het gebruik van hiv-remmers lijkt in 2014 te stabiliseren

Het gebruik van hiv-remmers lijkt in 2014 te stabiliseren

Ontwikkeling in aantal verstrekkingen van meest gebruikte hiv-remmers (2008 -2014)

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top