Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / 2017 / Nieuwe cholesterolverlagers drijven medicijnkosten op

Nieuwe cholesterolverlagers drijven medicijnkosten op

23 maart 2017, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 152 Nr 12

Openbare apotheken verstrekten in 2016 aan 2,1 miljoen mensen een cholesterolverlager. Ten opzichte van 2015 is dat een toename van 1,5%. Mede door de komst van nieuwe cholesterolverlagers en verschuivingen binnen de statines namen de geneesmiddelenkosten binnen deze groep met bijna 10% toe tot € 155 miljoen. Dat is de sterkste stijging in de afgelopen tien jaar. Dit meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.

In 2016 heeft de minister van VWS drie nieuwe cholesterolverlagers tot het basispakket toegelaten. Vanaf 1 januari van vorig jaar werd lomita-pide (Lojuxta) vergoed vanuit het basispakket. Later in het jaar kwamen daar twee middelen in een nieuwe klasse van cholesterolverlagers bij. Vanaf 1 april was dat evolocumab (Repatha) en vanaf 1 juni ook alirocu-mab (Praluent).
De omzet van deze drie middelen samen kwam in 2016 uit op € 5,2 miljoen. Dit bedrag is, net als alle bedragen op deze pagina, zonder de zorgvergoeding voor de apotheek. Die € 5,2 miljoen komt neer op een derde van de kostenstijging binnen de groep cholesterolverlagers in dat jaar. De minister heeft vanwege de hoge kosten voor alle drie de middelen onderhandse prijsafspraken met de fabrikanten gemaakt. Daardoor is het niet bekend hoe hoog de werkelijke kosten zijn.
Voor de vergoeding van deze middelen gelden aanvullende voorwaarden, waardoor naar verwachting jaarlijks maximaal 20.000 mensen in aanmerking komen voor de behandeling met deze cholesterolverlagers. De behandelingskosten zijn ongeveer € 6000 per patiënt per jaar, zodat de totale jaaruitgaven aan deze nieuwe klasse van cholesterolverlagers – zonder nadere prijsafspraken tussen de minister en de fabrikanten – zo’n € 120 miljoen zullen bedragen. Ter vergelijking: een behandeling met een statine kost gemiddeld nog geen € 50 per jaar.

Ezetimib

Door toename van het gebruik droeg ook ezetimib (al dan niet in vaste combinatie met een statine) in 2016 relatief sterk bij aan de stijging van de uitgaven aan cholesterolverlagers. De kosten aan ezetimib namen met € 4,7 miljoen toe tot € 57 miljoen. Hiermee zijn de kosten van ezetimib in de afgelopen tien jaar verdubbeld.
Alhoewel ezetimib al enige tijd geleden is geïntroduceerd (2003), wordt dit middel in vergelijking tot de statines wel tot de nieuwere cholesterolverlagers gerekend. Ezetimib remt de opname van cholesterol, terwijl statines de aanmaak van cholesterol remmen.

Statines

Ondanks de opkomst van nieuwe cholesterolverlagers blijven de statines nog steeds veruit het meest gebruikt. Ruim 95% van de 2,1 miljoen mensen die in 2016 een cholesterolverlager gebruikten, slikte een statine. Toch vonden in 2016 binnen de statines een aantal sterke verschuivingen plaats. Het aantal gebruikers van atorvastatine of rosuvastatine nam elk met 7% toe. Deze groei vertaalde zich bij rosuva-statine in een toename van de uitgaven met 9% (+ € 5,8 miljoen). In 2017 zullen de kosten voor rosuvastatine hoogstwaarschijnlijk lager uitvallen omdat in de loop van dit jaar het patent verloopt. De toename van het aantal gebruikers van rosuvastatine en atorvastatine betreft vooral mensen die eerst met simvastatine zijn gestart.

Grafiek: Geneesmiddelenkosten van cholesterolverlagers (in miljoen €) 2007 - 2016

Kosten van cholesterolverlagers (in € miljoen), 2007 - 2016
De kosten van ezetimib zijn in de afgelopen tien jaar verdubbeld

 

 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top