Aanpassingen KISS Matrix
Aanpassingen april 2021
Min-indicatoren positief geformuleerd
Voor de meeste matrix-indicatoren geldt dat een hogere score een verbetering aangeeft. Voor een beperkt aantal indicatoren gold: hoe lager, hoe beter. Al deze zogeheten Min-indicatoren zijn nu dusdanig omgeschreven dat voor alle indicatoren een positieve score richting 100% het theoretische doel is. Deze indicatoren staan nu bij het bijbehorende inhoudelijke thema in de matrix.
Oude indicatornaam |
Nieuwe indicatornaam |
Omschrijving indicator |
CVRM_3 | CVRM_2 | Hart- en vaatziekten met cholesterolverlagers |
Min_1a | CVRM_3 | Geen suboptimale behandeling met NSAIDs bij ischemische hartziekten |
Min_1b | CVRM_4 | Geen cardiovasculaire risicofactoren bij ns-NSAIDs (excl naproxen of ibuprofen) |
Min_1c | CVRM_5 | Geen cardiovasculaire risicofactoren bij etoricoxib |
Min_2 | P_7 | NSAID gebruik zonder hartfalen |
Min_3a | Antimicro_2 | Coumarines zonder co-trimoxazol |
Min_3b | Antimicro_3 | Coumarines zonder miconazol |
Min_4 | Antimicro_4 | Digoxine zonder macrolide, itraconazol of ketoconazol |
Min_5 | DM_5 | Geen gibenclamide bij diabetes > 70 jaar |
Min_6 | CVRM_6 | Geen combinatie van PD-5 remmers met nitraten |
Min_7 | P_8 | Geen combinatie van methotrexaat met cotrimoxazol of trimethoprim |
Min_8 | Antimicro_5 | Carbamazepine zonder macroliden, cimetidine of antimycotica |
Min_9 | Dep_6 | Paroxetine zonder ritonavir |
Min_10 | Antimicro_6 | Pimozide zonder macroliden, antimycotica of antivirale middelen |
Min_11 | Antimicro_7 | Anti-arrhytmica zonder macroliden, antimycotica of antivirale middelen |
Min_12 | CVRM_7 | Geen combinatie van coumarines met NOACs |
Min_13 | P_9 | Geen NSAIDs bij RAAS remmers met risico op hyperkaliaemie |
Min_14 | CVRM_8 | Juiste dosering digoxinegebruikers > 70 jaar |
Min_15 | AC_5 | Overbodig ICS gebruik bij COPD |
Min_16 | Dep_7 | Geen amitriptyline bij patiënten van 65 jaar en ouder |
P_5 Foliumzuur bij methotrexaat (mtx)
- Alleen orale vormen van mtx worden meegenomen
Aanpassingen oktober 2019
DM_1 Metformine als eerste keuze bij diabetes type 2
- Nieuwe generatie antidiabetica uitgesloten
De nieuwe generatie antidiabetica A10BJ (GLP-1-agonisten), A10BK (SGLT-2-remmers) en A10BX (Overige bloedglucoseverlagende middelen, excl. insulines) worden niet meegenomen bij de selectie van eerste uitgiftes van antidiabetica.
DM_3 en DM_4
- KISS-matrix uitgebreid met twee nieuwe indicatoren: DM_3 en DM_4
De twee nieuwe indicatoren DM_3 en DM_4 komen uit de KISS Kwaliteitsindicatoren over 2018, waarin deze aspecten voor het eerst over het kalenderjaar 2018 zijn opgenomen in de landelijke uitvraag van de kwaliteitsindicatoren.
DM_3 DM2 patiënten met een RAS remmer zonder combinatie van ACE en ARB
Uit grote gerandomiseerde klinische onderzoeken naar het effect van de combinatie van een ACE-remmer met een ARB bij hartfalen blijkt dat een combinatie van deze middelen geen voordelen biedt op de lange termijn, maar aanzienlijk meer bijwerkingen oplevert. Dit is door een expertpanel vertaald in de kwaliteitsindicator voor het vermijden van de combinatie van ACE en ARBG bij DM2 patiënten.
DM_4 DM2 patiënten behandeld met >=2 antihypertensiva waaronder een RAS remmer
De NHG standaard Diabetes Mellitus van 2018 stelt dat type 2 diabetespatienten met micro- of macroalbuminurie bij hypertensie met micro- of macroalbuminurie een ACE-remmer of angiotensine-II-receptorantagonist dienen behandeld te worden. Deze aanbeveling is door een expertpanel vertaald in de kwaliteitsindicator van een RAS remmer bij DM2 patiënten indien deze met twee of meer antihypertensiva behandeld dienen te worden.
P_1 Maagbescherming bij ns-NSAIDs
- Geen salicylzuurderivaten bij de ns-NSAIDs en alleen protonpompremmers als maagprotectie
In tegenstelling tot eerder worden bij de groep ns-NSAIDs de salicylzuurderivaten (N02BA) niet meer meegenomen.
Als adequate maagprotectie wordt nu alleen gekeken naar protonpompremmers en niet meer naar H2-antagonisten in een dubbele dosering.
P_2 Maagbescherming bij TAR of COXib
- Risisopatiënten uitgebreid met Coxib-gebruikers en alleen protonpompremmers als maagprotectie
Bij de selectie van risicopatiënten in de noemer wordt naast TAR-gebruik ook coxib-gebruik meegenomen.
Als adequate maagprotectie wordt nu alleen gekeken naar protonpompremmers en niet meer naar H2-antagonisten in een dubbele dosering.
P_3 Opioïd gebruikers met laxans
- Opioïden en laxans selectie conform MFB’s
De opioïden en laxantia worden nu conform de MFB geselecteerd. In afwijking op de MFB nemen wij - nog steeds – methadon niet mee.
P_5 Foliumzuur bij methotrexaat (mtx)
- ATC-code L01BA01 toegevoegd aan mtx-selectie
ATC-code L01BA01 methotrexaat is toegevoegd aan mtx-selectie, Folium-/folinezuur wordt nu op PRK-niveau geselecteerd.
CVRM_1 Thrombocytenaggregatieremmers bij nitraten
- Uitbreiding antitrombotica met heparines en standaard gebruik van nitraten 90 dagen
De groep antitrombotica is uitgebreid met de heparinegroep (B01AC24, B01AC25, B01AC22 en B01AB).
Voor de nitraten nemen we nu standaard een gebruik van 90 dagen mee als er geen daggebruik is ingevuld door de apotheker.
AC_1 Geen antimycotica bij inhalatiecorticosteroïden (ICS)
- Geneesmiddelselecties antimycotica en ICS bijgewerkt
ATC-codes R03AL08 en R03AL09 toegevoegd aan ICS; A01AB04 verwijderd bij de antimycotica.
AC_5 Niet starten met combinatiepreparaten ter inhalatie
- - VERVALLEN -
Deze indicator is niet meer actueel vanwege wijzigingen in de GINA-richtlijnen en daarom geschrapt.