13 februari 1998, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 133 Nr 7
De onderlinge prijsverschillen tussen specialitès en generiek, respectievelijk specialitès en parallelimport zijn sinds de invoering Wet Geneesmiddelenprijzen sterk gedaald. In mei 1996 waren generieke geneesmiddelen nog 17,0 procent goedkoper dan specialitès. Parallelgeïmporteerde geneesmiddelen waren in die periode 16,0 procent goedkoper dan specialitès. In december 1997 zijn deze afstanden nog slechts 7,1 respectievelijk 5,7 procent. Verklaring hiervoor is te vinden in het feit dat binnen geneesmiddelenclusters waarbij naast specialitès ook parallelimport is en/of generieke varianten zijn, de specialitès sterker in prijs zijn gedaald dan de parallelgeïmporteerde en generieke varianten. Binnen clusters waar de specialitèleveranciers moeten concurreren met parallel en generiek zijn de prijzen van merkgeneesmiddelen minder sterk gedaald.
Het afnemen van de onderlinge prijsverschillen heeft directe consequenties voor de substitutiebesparingen en dus de stimulansopbrengsten van apothekers. Een apotheker kan stimulans behalen door in plaats van een duur prijsbepalend geneesmiddel, een goedkoper maar qua farmaceutische vorm, toedieningsweg en sterkte identiek middel af te leveren. Eènderde deel van het prijsverschil tussen deze middelen mag de apotheker behouden. De overige besparing komt ten goede aan de zorgverzekeraar, respectievelijk de patiënt. Als gevolg van de kleinere onderlinge prijsverschillen is de stimulansopbrengst drastisch gedaald. In de periode mei 1996 - september 1997 is de stimulansopbrengst per voorschrift afgenomen van fl 1,05 (excl. BTW) tot fl 0,35 (excl. BTW), een daling van 66,7 procent.
Prijsafstand specialitès en parallelgeïmporteerde respectievelijk generieke middelen
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.