25 september 1998, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 133 Nr 39
Het verschijnen van het Jaaroverzicht Zorg (JOZ) leidt traditioneel tot de clichécommentaar dat de begroting van de uitgaven aan de zorg meer geënt zijn op de wenselijkheid voor het kabinet dan op de realiteit van alledag. Dit keer is het ministerie van VWS deze commentaren te vlug af door de stelling om te draaien. Het ministerie van VWS onderkent na 'ambtelijke analyse' dat er sprake is van een onderliggende groei van de geneesmiddelenuitgaven van 9-12% per jaar. Het ministerie stelt echter tevens dat een dergelijke groei eenvoudigweg niet gewenst is.
De korte termijn
Op korte termijn ontkomt het ministerie dan ook niet aan enig kunst en vliegwerk om de uitgavengroei binnen de gewenste kaders te houden; dat wil zeggen: lastenverschuiving van het collectief naar het individu. Zo komen per 1 januari van het komend jaar de buiten-WTG geneesmiddelen niet langer voor vergoeding in aanmerking (beoogde besparing ƒ 130 miljoen) en moet een aanscherping van het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) leiden tot een besparing van ƒ 255 miljoen op jaarbasis.
De langere termijn
Voor de langere termijn gelden de aanbevelingen van de commissie Koopmans als leidraad.
In het JOZ worden hierbij de volgende elementen uitgelicht:
- een uitbouw van het farmacotherapeutisch overleg tot een farmacotherapeutisch transmuraal overleg moet onder meer resulteren in het ontwikkelen van lokale en regionale formularia;
- een grotere verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars bij de inkoop van geneesmiddelen;
- geneesmiddelen die poliklinisch worden voorgeschreven komen onder het ziekenhuisbudget.
Aanvullende post
Als de JOZ-ramingen worden bekeken, dan lijkt het erop dat de uitgaven aan geneesmiddelen vanaf 1998 tot in lengte van jaren op een constant niveau moeten blijven van circa ƒ 6,2 miljard.
Navraag bij de ambtelijke rekenmeesters leert echter dat de toegestane uitgavengroei voor de jaren 2000 en verder voorlopig op de zogenaamde 'aanvullende post' zijn geparkeerd. Dit is een soort van algemene reservepot voor de gezondheidszorg. De betreffende geldmiddelen zullen pas in latere jaren over de specifieke sectoren worden verdeeld om eventuele plooien glad te kunnen strijken. Dit komt de algehele overzichtelijkheid uiteraard niet echt ten goede.
Degene die de onderbouwing van het uitgavenkader van 1999 wil ontleden, wordt bovendien geacht een hogere graad in boekhouden te hebben. De bijlage van het Jaaroverzicht Zorg verhaalt over een bijkans onnavolgbare reeks van correcties, herschikkingen en nominale bijstellingen op de gedane veronderstellingen in eerdere jaargangen van deze financiële uitgave.
De volhouder komt uiteindelijk tot de geruststellende uitkomst dat de rekensom op papier klopt; nu alleen de praktijk nog.
Figuur 1: uitgaven farmaceutische hulp in miljoenen guldens
* bedragen die VWS heeft gereserveerd in de zogenaamde 'aanvullende post' zijn hierin niet inbegrepen
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits
onder volledige bronvermelding.