Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 1999-10.htm

3 december 1999, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 134 Nr 10

Apothekers hebben in 1998 meer korting ingeleverd dan de taakstelling van ƒ 100 miljoen die Minister Borst hen voor dat jaar heeft opgelegd. In het kader van deze taakstelling zijn de vergoedingsprijzen van geneesmiddelen die apothekers en apotheekhoudende huisartsen in rekening mogen brengen per 1 juli 1998 gekort met een percentage van 4,77 %. Het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg, dat de richtlijnen voor de tarieven van apotheekhoudenden vaststelt, heeft hierbij een uitzondering gemaakt voor een groep (dure) geneesmiddelen die niet gelijkmatig voorkomen bij de diverse apotheken en waarbij duidelijk is dat er geen (bovenmatige) korting wordt verleend.

Uit de onderzoekscijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen blijkt dat de apotheekhoudenden de beoogde taakstelling voor 1998 met ƒ 15,7 miljoen hebben overschreden. Volgens afspraak zal hetgeen te veel is ingeleverd in 1998 in mindering worden gebracht op de taakstelling voor 1999.

Apotheek leverde gemiddeld ƒ 68.000,- in

Als gevolg van de kortingsmaatregel leverde een openbare apotheek ƒ 68.000 aan inkomsten in over 1998. Bij de afzonderlijke apotheken lopen de bedragen uiteen van ƒ 10.000 tot ƒ 150.000. Naast de forfaitaire korting van ƒ 0,49 op de receptregelvergoeding werd er in de tweede helft van 1998 per afgeleverd geneesmiddel gemiddeld ƒ 2,15 aan korting doorberekend. Bij middelen als Norditropin en Zomacton moesten de apothekers gemiddeld liefst ƒ 348 respectievelijk fl262 bijpassen. Hoewel de apothekers bij deze geneesmiddelen geen inkoopvoordelen kunnen verkrijgen, zijn ze niet uitgezonderd van de kortingsmaatregel, omdat middelen uit de betreffende therapeutische groep bij meer dan 1 op de 3 apotheekpraktijken voorkomen. Op 11 februari 1999 heeft de President van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag in een kort-geding-uitspraak inzake het geneesmiddel Neupogen deze aanvullende eis voor opname op de lijst met uitzonderingen overigens verworpen.

Niet alle kortingen zijn apotheekinkomsten

Bij de media en de politiek leeft nog wel eens het misverstand dat alle door apotheken gerealiseerde kortingen aan te merken zijn als apotheekinkomsten. Bij de geneesmiddelen wordt inmiddels echter ƒ 215 miljoen aan korting rechtstreeks doorvertaald in lagere prijzen voor de patiënt respectievelijk de zorgverzekeraar. Dit bedrag is opgebouwd uit 3 componenten:

  1. Taakstelling geneesmiddelenprijzen Voor 1999 is de door Minister Borst opgelegde bezuinigingstaakstelling verhoogt van ƒ 100 miljoen naar ƒ 150 miljoen.
  2. Gekorte receptregelvergoeding Bij de bepaling van de vaste receptregelvergoeding die apothekers in rekening mogen brengen bij het afleveren van geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn, is per apotheekpraktijk ƒ 32.395 aan korting ingeboekt. Met de korting op de receptregelvergoeding is macro-gezien een bedrag van ruim ƒ 50 miljoen per jaar gemoeid.
  3. COTG-regels inzake generiek en parallelimport Volgens de richtlijnen van het COTG moeten de apothekers bij generieke geneesmiddelen en parallel geïmporteerde geneesmiddelen in bepaalde gevallen onder de officiële inkoopprijs declareren (nog los van de eerder genoemde taakstelling). Hierbij gaat het op jaarbasis om een bedrag van ƒ 13 miljoen.

Figuur 1: Effect taakstelling 1998 per apotheekpraktijk

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top