Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 1999-31.htm

6 aug 1999, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 134 Nr 31

Van alle geneesmiddelen die door de openbare apotheek worden afgeleverd valt 85,1 procent onder de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG). Dit betreft geneesmiddelen die uitsluitend op recept in de apotheek verkrijgbaar zijn. Voor de overige (zelfzorg)geneesmiddelen geldt dat deze soms ook buiten de apotheek verkregen kunnen worden bij drogist of supermarkt. De kosten van deze zogeheten "buiten-WTG-geneesmiddelen" komen alleen voor vergoeding in aanmerking, als de middelen worden voorgeschreven door een arts. Bij de openbare apotheken was hier in 1998 een bedrag van ƒ 451 miljoen mee gemoeid (17 miljoen verstrekkingen).

Uit pakket

De Minister van Volksgezondheid heeft besloten dat per 1 september 1999 de meeste van deze middelen voortaan door de patiël zèlf betaald moeten worden. Doelstelling is om hiermee een besparing van ƒ 130 miljoen per jaar te realiseren. Eigenlijk had deze bezuinigingsmaatregel al per 1 januari 1999 moeten ingaan. Oorspronkelijk zouden hierbij alle buiten-WTG-geneesmiddelen uit het wettelijk verzekerde geneesmiddelenpakket worden geëlimineerd. Politiek Den Haag stelde aan het eind van 1998 echter als aanvullende eis dat de chronische patiëlen niet te veel de dupe mogen worden van deze bezuinigingsmaatregel. Naar aanleiding van een advies van het College van Zorgverzekeringen (de oude Ziekenfondsraad) blijven de meeste buiten-WTG-geneesmiddelen voor chronisch gebruik nu wel vergoed worden, met uitzondering van de aflevering voor de eerste 15 dagen. De artsen dienen dit op het recept aan te geven met de lettercombinatie "c.g." (chronisch gebruik).

Niet het gewenste effect

De SFK voorziet dat deze maatregel niet de gewenste besparing van ƒ 130 miljoen per jaar zal opleveren.

Hoewel het Ministerie van VWS spreekt over het niet langer vergoeden van zelfzorggeneesmiddelen, is dit feitelijk niet een juiste weergave van zaken. De buiten-WTG-geneesmiddelen die door de patiël op eigen initiatief zonder recept van een arts worden aangeschaft, kwamen in het verleden ook al niet voor vergoeding in aanmerking. De bezuinigingsmaatregel heeft betrekking op de middelen die door een arts zijn voorgeschreven. Strikt genomen gaat het dus niet om zelfzorg.

Voor veel van de buiten-WTG-geneesmiddelen die straks niet meer vergoed worden, bestaat er een alternatief binnen het WTG-segment dat wel vergoed wordt en blijft. De kans is groot dat er een verschuiving in het gebruik zal optreden naar deze (duurdere) WTG-geneesmiddelen. Dit is in ieder geval in het financieel belang van de individuele patiël. Het Ministerie van VWS is zich hier in zoverre van bewust, dat niet de volledige omzet aan buiten-WTG-geneesmiddelen als besparing wordt ingeboekt. De SFK sluit echter niet uit dat deze verschuiving zelfs tot hogere geneesmiddelenuitgaven zal leiden. Het ligt bovendien in de rede dat artsen veelvuldig de aanduiding voor chronisch gebruik op het recept zullen vermelden.

Rompslomp

De invoering van deze maatregel leidt door alle aanvullende voorwaarden tot extra administratieve handelingen (en dus kosten) bij apothekers, artsen en zorgverzekeraars. Daarbij zal de (15-dagen-)regeling moeilijk uit te leggen zijn aan de patiël.

Saillant detail is dat de eigen bijdrageregeling voor ziekenfondsverzekerden juist dit jaar is afgeschaft vanwege de meerkosten van een vergelijkbare administratieve rompslomp.

Het is overigens nog maar zeer de vraag, of de apotheeksoftwarehuizen er in slagen om de complexe regeling op zo korte termijn te vertalen in de juiste computerprogrammatuur.

Het belangrijkste buiten-WTG-geneesmiddel dat in geen enkele situatie meer wordt vergoed is Domperidon - een middel tegen misselijkheid. In 1998 was met dit middel ƒ 14 miljoen gemoeid.

Tabel 1: Top 5 uitgaven groepen Buiten-WTG-geneesmiddelen in 1998

Geneesmiddelen

Merken onder andere

Voorschriften

Uitgaven 

(verkoopprijs excl. BTW)

1

Allergie geneesmiddelen

Zyrtec, Claritine, Triludan

1.235.600

ƒ 61,7 miljoen

2

Laxantia

Metamucil, Volcolon, Microlax

1.249.700

ƒ 44,9 miljoen

3

Pijnstillers

Finimal, Hedex, Ascal

3.313.600

ƒ 22,6 miljoen

4

Calcium

Calcit, Calci chew

390.900

ƒ 22,6 miljoen

5

Hoestmiddelen

Fluimucil, Biscol, Dampo

448.800

ƒ 22,1 miljoen

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top