Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Publicaties / SFK nieuws in PW / PW oude publicaties / 1999-41.htm

15 okt 1999, Pharmaceutisch Weekblad, Jaargang 134 Nr 41

Op 8 oktober jl. ondertekenden de Minister van VWS en de voorzitter van de KNMP een driejarenaccoord. Het accoord maakt een einde aan een conflict over de uitruil van bonussen en kortingen tegen een kostendekkend tarief dat bijna even zo lang sleept als de werkingsduur van de overeenkomst. Aan het begin van dit jaar bereikte het conflict een hoogtepunt. De Minister kondigde toen aan meer dan een half miljard te zullen bezuinigen op de apotheekinkomsten door het terugvorderen van alle inkoopvoordelen en het verlagen van de receptregelvergoeding. Voor veel apotheken dreigde een koude sanering. Uiteindelijk is ook Minister Borst overtuigd geraakt van het feit dat apothekers de inkoopvoordelen in belangrijke mate nodig hebben om de apotheekexploitatie rond te krijgen. Omdat de begroting van VWS niet de ruimte laat om in èèn keer de omslag te maken naar een kostendekkende receptregelvergoeding is er gekozen voor een gefaseerde aanpak.

Clawback

Op dit moment berekenen de apothekers zo'n 4,3 procent aan inkoopvoordelen door in hun prijzen: gemiddeld 3,2 procent korting via de verplichte verlaging van de geneesmiddelenprijzen en 1,1 procent via de forfaitaire verrekening van inkoopvoordelen via de receptregelvergoeding. Per 1 januari van het komend jaar vindt de verrekening van inkoopvoordelen uitsluitend plaats via de geneesmiddelenprijzen. De forfaitaire aftrek van ƒ 0,49 in de receptregelvergoeding zal komen te vervallen. Voor de periode van drie jaar zullen apothekers 6,82 procent korting doorberekenen in de geneesmiddelenprijzen tot een maximum van ƒ 15 per afgeleverd geneesmiddel. Gemiddeld leveren de apothekers hiermee 6 procent aan korting in. De aftopping van het claw back-bedrag op ƒ 15 voorkomt dat apothekers in de problemen komen bij het afleveren van dure geneesmiddelen zoals aidsmiddelen, betaferon e.d. waarop geen kortingen verkregen kunnen worden. De zogeheten "nullijst" zal komen te vervallen. Onder druk van de industrie voldeed deze lijst niet meer aan de oorspronkelijke doelstelling.

Rekening houdend met een structurele groei van de geneesmiddelenuitgaven van 10 procent per jaar loopt het besparingseffect van deze nieuwe claw back-maatregel op van ƒ 350 miljoen in het jaar 2000 tot ƒ 425 miljoen in het jaar 2002.

Receptregelvergoeding

De receptregelvergoeding zal de komende drie jaar in fases worden verhoogd.

Met het vervallen van de forfaitaire aftrek van ƒ 0,49 komt de verhoging van praktijkkostenvergoeding in het eerste jaar uit op ongeveer een gulden. Bij deze verhoging is rekening gehouden met de toename van het aantal receptregels gedurende de afgelopen jaren. Hierbij moet worden aangetekend dat de Minister van VWS al voor de totstandkoming van de overeenkomst met de KNMP heeft aangekondigd dat de stimulansinkomsten in het vervolg in mindering worden gebracht op de receptregelvergoeding. Per saldo zal het tarief per 1 januari 2000 met ongeveer ƒ 0,65 worden verhoogd oplopend tot een ophoging van ongeveer ƒ 1,25 per 1 januari 2002. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de trendmatige aanpassing voor de prijsontwikkeling.

Honoreringssysteem

Het komend jaar onderzoeken het Ministerie van VWS en de KNMP samen met de zorgverzekeraars de mogelijkheden om te komen tot een minder volume-afhankelijk honoreringssysteem zoals een abonnementssysteem of een systeem met zorgmodules. Zolang dit nieuwe systeem er niet is, zal de receptregelvergoeding jaarlijks worden aangepast voor de ontwikkeling van het aantal WTG-voorschriften. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar vaste apotheekpraktijkkosten en variabele apotheekpraktijkkosten. Deze aanpassingsmethodiek moet enerzijds voorkomen dat apothekers overgecompenseerd worden bij een stijgend aantal receptregels. Anderzijds sluit de methodiek aan bij het principe dat mèèr receptregels ook leidt tot mèèr werk (en dus kosten) in de apotheek.

Kritiek zorgverzekeraars

In een eerste reactie heeft Zorgverzekeraars Nederland zich kritisch uitgelaten over de overeenkomst tussen VWS en de KNMP. Zij stellen dat de financiële gevolgen van de afspraak afgewenteld wordt op het budget van de verzekeraars. Deze vrees is niet terecht, omdat VWS het macrobudget zal aanpassen conform de overeenkomst. Mogelijk is de vrees meer ingegeven door het feit dat er nu een kortingenafspraak buiten de verzekeraars om is gemaakt, zonder dat de verzekeraars daar zelf van kunnen profiteren.

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Dit is een publicatie van de Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Overname van tekst, gegevens, tabellen of grafieken is toegestaan mits onder volledige bronvermelding.

Back to top