F_A2 Welke geneesmiddelen schrijft de huisarts voor aan alle gebruikers van diabetesmedicatie?

Rapportageperiode

Voorafgaande 12 maanden

Medicatie

DIABETES

• Bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines:
  A10B
• Metformine excl. combinaties
  A10BA02
• Glucagonachtig peptide-1-agonisten (glp-1-agonisten):
  A10BJ
• Natriumglucose-cotransporter-2-remmers (sglt-2-remmers), incl. combinaties met metformine:
  A10BK, A10BD15, A10BD16, A10BD20, A10BD23
• Sulfonylureumderivaten (SU-derivaten), incl. combinaties met metformine:
  A10BB, A10BD02
• Dipeptidylpeptidase-4-remmers (DPP-4-remmers), incl. combinaties met metformine:
  A10BH, A10BD07, A10BD08, A10BD10, A10BD11
• Overig:
  A10BD05 (metformine met pioglitazon),
  A10BF01 (acarbose),
  A10BX02 (repaglinide),
  A10BG03 (pioglitazon)

CVRM

• Trombocytenaggregatieremmers excl heparine (TAR):
  B01AC
• Nitraten:
  C01DA
• High-ceiling diuretica ( lisdiuretica):
  C03C
• Middelen aangrijpend op het renine-angiotensinesysteem (RAS-remmer):
  C09

Aflevering

Verstrekking in de rapportageperiode; voor lisdiuretica en RAS-remmers ook in de voorgaande 3 maanden

Gecorrigeerde gebruiksperiode

Binnen de gebruikers van een geneesmiddelgroep van lisdiuretica en RAS-remmers gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen.

Gelijktijdig gebruik

Overlappende gecorrigeerde gebruiksperiode van de aangegeven geneesmiddelgroepen voor tenminste 14 dagen (onafgebroken) in de rapportageperiode

Hartfalen

Gelijktijdig gebruik van lisdiuretica en RAS remmers voor tenminste 14 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van een aflevering

Angina Pectoris

Minimaal 2 afleveringen van nitraten in de afgelopen 18 maanden, waarvan minimaal 1 in de rapportage periode.

Myocardinfarct, TIA

Minimaal 2 afleveringen van TAR in de afgelopen 24 maanden

Zeerhoogrisicopatiënten

Patiënten met Angina Pectoris, Myocardinfarct, TIA of Hartfalen

Passant

Een passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen

Selecties

Inclusie: patiënten met een aflevering van bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines door de huisarts.
Exclusie: passant

Zowel de zeerhoogrisicopatiënten als de niet-zeerhoogrisicopatiënten met Diabetes mellitus type 2 worden onderverdeeld in de volgende groepen uit het stappenplan:

• a) Metformine excl. combinaties
• b) SU-derivaten incl. combinaties met metformine
• c) GLP1-agonisten
• d) DPP-4-remmers incl. combinaties met metformine
• e) SGLT2-remmers incl. combinaties met metformine
• f) Overig
  I  metformine met pioglitazon
  II  acarbose
  III  repaglinide
  IV  pioglitazon

Bronnen:

NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2018, laatste aanpassing november 2021)

IVM FTO-module Diabetes Mellitus type 2 (2021)