F_B1 a en b: Welke patiënten met diabetes mellitus type 2 krijgen secundaire preventie?

Rapportageperiode

Voorafgaande 4 maanden

Medicatie

Bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines:

• A10B

Bloeddrukverlagers:

• C03A (low ceiling diuretica, thiaziden),
• C03EA (low ceiling diuretica met kaliumsparende middelen),
• C07AB (selectieve beta-blokkers),
• C07BB( selectieve beta-blokkers met thiaziden)
• C08CA (Dihydropyridinederivaten),
• C08D (Selectieve calciumantagonisten) ,
• C08G (Calciumantagonisten met diuretica);
• C09 (RAS-remmers)

Antilipaemica:

• C10

Aflevering

Verstrekking in de rapportageperiode of de voorgaande 3 maanden; voor bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines in de voorgaande 8 maanden

Gecorrigeerde gebruiksperiode

Binnen de gebruikers van een geneesmiddelgroep de gebruiksperioden van antilipaemica op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen, voor bloeddrukverlagers per subgroep op ATC3-niveau.

Gebruiker

Met een gecorrigeerde gebruiksperiode van minimaal 14 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van een aflevering[MT1] [FG2]

Bestaande gebruiker Diabetes mellitus type 2

Patiënt met minimaal 2 afleveringen van bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines in de afgelopen 12 maanden[MT3] [FG4]

Passant

Een passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen

Selecties

Inclusie: bestaande gebruikers Diabetes mellitus type 2 met voorschriften door de huisarts.

Exclusie: passant

Patiënten worden onderverdeeld in de volgende groepen secundaire preventie:

Gebruiker van:

• Alleen bloeddrukverlager: gebruiker van alleen bloeddrukverlager
• Alleen antilipaemica: gebruiker van alleen antilipaemica
• Bloeddrukverlager en antilipaemica: gebruiker van bloeddrukverlager en antilipaemica
• Geen secundaire preventie: geen gebruiker van bloeddrukverlager of antilipaemica