OMSCHRIJVING | I_A1b Stap 1: Percentage antidiabetica gebruikers (zonder insuline) zonder verhoogd risico dat start met metformine |
---|
Verkorte titel | Stap 1 zonder HVZ risico: Start met metformine |
Rapportageperiode | Afgelopen 12 maanden |
Medicatie |
- Diabetesmiddelen: A10
- Bloedglucoseverlagende middelen (exclusief insuline): A10B
- Metformine: A10BA02
- Nitraten: C01DA
- Trombocyten Aggregatie Remmers, excl. heparine (TAR): B01AC
- Lisdiuretica: C03C
- RAS-remmers: C09
|
Aflevering | Aflevering binnen de rapportageperiode |
Eerste uitgifte | Aflevering in de rapportageperiode zonder dat er in de voorafgaande 12 maanden een aflevering van de geneesmiddelgroep is geweest. Tevens was bij de aflevering een eerste uitgifte tarief vastgelegd. |
Gebruiker | Met een gebruiksperiode van minimaal 3 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van afleveringen in de rapportageperiode of de hieraan voorafgaande 3 maanden |
Gecorrigeerde gebruiksperiode | Binnen de gebruikers van een geneesmiddelgroep de gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen. |
Standaard gebruiksperiode | Indien geen daggebruik door de apotheek is ingevuld, worden er standaard 30 dagen aangehouden. |
Gelijktijdig gebruik | Overlappende gecorrigeerde gebruiksperiode van de aangegeven geneesmiddelgroepen (onafgebroken) voor tenminste 14 dagen in de rapportageperiode. |
Angina Pectoris | Minimaal 2 afleveringen van nitraten in de afgelopen 18 maanden, waarvan minimaal 1 in de afgelopen 12 maanden. |
Myocardinfarct, TIA of beroerte | Minimaal 2 afleveringen van TAR in de afgelopen 24 maanden |
Hartfalen | Gelijktijdig gebruik van lisdiuretica en RAS-remmers |
Hoog cardiovasculair risico | Patiënten met Angina pectoris of Myocardinfarct, TIA of beroerte, of Hartfalen. |
Passant | Iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen |
Selecties | Inclusie Geen hoog cardiovasculair risico Exclusie: Passant A: Eerste uitgifte van bloedglucoseverlagende middelen (exclusief insuline)binnen de rapportageperiode B: Patiënten uit A met een eerste uitgifte van metformine |
Teller | B |
Noemer | A |
Percentage | B / A |
Toelichting | Volgens de NHG standaard van 2021 wordt een onderscheid gemaakt in de medicamenteuze behandeling van diabetes patiënten voor een zeer hoog risico. Dit verhoogde risico wordt bepaald door eerder doorgemaakte hart- en vaatziekten, een hartfalen en chronische nierschade. Met de informatie, die de SFK verzamelt, kunnen slechts een aantal risico factoren op basis van geneesmiddelafleveringen geschat worden, te weten Angina Pectoris, TIA of beroerte en hartfalen. Hiermee worden patiënten gemist met chronische nierschade en andere hart- en vaatziekten.. Aangezien er geen informatie over de diagnose beschikbaar is, kunnen hoog risico patiënten ook ten onrechte geselecteerd worden. |
Onderbouwing | Van de bloedglucoseverlagende middelen is alleen bij metformine verlaging van de mortaliteit en van macrovasculaire en diabetes gerelateerde morbiditeit aangetoond. Bovendien heeft metformine geen effect op het lichaamsgewicht, is het risico op hypoglykemieën niet verhoogd is het op de lange termijn veilig gebleken. (NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2018) en Smits et al 2016) De NHG standaard van 2021 beveelt voor patiënten met een zeer hoog cardiovasculair risico op hart- en vaatziekten om in plaats van met metformine te starten met een SGLT-2 remmer., Patiënten zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten behoren nog steeds te starten met metformine. KNMP richtlijn Diabetes Mellitus 2019. https://www.knmp.nl/richtlijnen/diabetes-mellitus NHG-standaard M01 Diabetes Mellitus type 2 2018 met laatste aanpassingen van november 2021. https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/diabetes mellitus type-2 |