I_A3a ≥3 middelen zonder SGLT-2-remmer - stap 3 zonder HVZ risico
OMSCHRIJVING | I_A3a Percentage gebruikers van minimaal 3 antidiabetica zonder SGLT-2-remmer - stap 3 zonder HVZ risico |
---|---|
Verkorte titel | I_A3a ≥ 3 middelen zonder SGLT-2-remmer - stap 3 zonder HVZ risico |
Doel | Borgen dat patiënten starten met diabetesmedicatie volgens de richtlijn. |
Onderbouwing |
Volgens de NHG standaard van 2021 en de KNMP-richtlijn van 2023 wordt een onderscheid gemaakt in de medicamenteuze behandeling van diabetes patiënten voor een zeer hoog risico. Dit verhoogde risico wordt bepaald door eerder doorgemaakte hart- en vaatziekten, een hartfalen en chronische nierschade. Met de informatie, die de SFK verzamelt, kunnen slechts een aantal risico factoren op basis van geneesmiddelafleveringen geschat worden, te weten Angina Pectoris, TIA of beroerte en hartfalen. Hiermee worden patiënten gemist met chronische nierschade en andere hart- en vaatziekten. Aangezien er geen informatie over de diagnose beschikbaar is, kunnen hoog risico patiënten ook ten onrechte geselecteerd worden.
|
BEREKENING | |
Patiëntenselectie | Inclusie: Geen hoog cardiovasculair risico Exclusie: Passant |
Indicator | Noemer: Gebruiker van minimaal 3 diabetesmiddelen Teller: Patiënten uit de noemer zonder gebruik van een SGLT-2-remmer Streefwaarde: richting 100% |
DEFINITIES | |
Geneesmiddelen |
|
Angina Pectoris | Minimaal 2 afleveringen van nitraten in de afgelopen 18 maanden, waarvan minimaal 1 in de afgelopen 12 maanden |
Myocardinfarct, TIA of beroerte | Minimaal 2 afleveringen van TAR in de afgelopen 24 maanden |
Hartfalen | Gelijktijdig gebruik van lisdiuretica en RAS remmers |
Verhoogd cholesterol | Minimaal 2 afleveringen van antilipaemica in de rapportageperiode. |
Hoog cardiovasculair risico | Patiënten met Angina pectoris of Myocardinfarct, TIA of beroerte, Hartfalen of Verhoogd cholesterol |
Gebruiker ≥ 3 diabetes middelen | Gebruik van minimaal 3 geneesmiddelgroepen bloedglucose verlagende middelen, waarbij insulines als aflevering zijn mee geteld. |
Rapportageperiode | Voorafgaande 12 maanden |
TOELICHTING | |
Aflevering | Verstrekking van een geneesmiddel(groep) in de rapportageperiode |
Gebruiker | Met een gecorrigeerde gebruiksperiode van minimaal 3 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van afleveringen in de rapportageperiode of de hieraan voorafgaande 3 maanden. |
Gecorrigeerde gebruiksperiode | Binnen de gebruikers van een geneesmiddelgroep de gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen. Indien geen daggebruik door de apotheek was ingevuld, worden er standaard 30 dagen aangehouden. |
Gelijktijdig gebruik | Overlappende gecorrigeerde gebruiksperiode van de aangegeven geneesmiddelgroepen (onafgebroken) voor tenminste 14 dagen in de rapportageperiode |
Passant | Een passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen |