Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

U bent hier: Home / Rapportages / Info pagina's / Diabetes / S_D1 Aandacht voor preventie met antihypertensiva bij diabetespatiënten jonger dan 70 jaar

S_D1 Aandacht voor preventie met antihypertensiva bij diabetespatiënten jonger dan 70 jaar

S_D1Aandacht voor preventie met antihypertensiva bij diabetespatiënten jonger dan 70 jaar
Verkorte omschrijvingAntihypertensiva bij diabetes
DoelBorgen dat diabetespatiënten jonger dan 70 jaar adequaat behandeld worden voor te hoge bloeddruk. Hierbij kan de apotheker een onderscheid maken of patiënten de afgelopen 2 jaar geen antihypertensivum hadden, of dat zij in die periode (eventueel door bijwerkingen) hiermee gestopt zijn.
Patiëntenoverzicht

Alle gebruikers van orale bloedglucoseverlagende middelen en GLP-1 Aanologa jonger dan 70 jaar zijn geselecteerd, die geen antihypertensivum gebruiken in de rapportagemaand of de voorafgaande 3 maanden.

Voor deze zijn de naam en afleverdatum van het laatste bloedglucoseverlagend worden middel getoond, samen met de stofnaam en laatste afleverdatum van een antilhypertensivum dat wellicht eerder in gebruik was (tot maximaal 2 jaar geleden).
OnderbouwingKNMP-richtlijn Diabetes type 2, 2023: Module 2 Geneesmiddelbeleid bloeddruk- en cholesterolverlagende middelen.
BEREKENING
Patiëntenselectie

Inclusie

  • Patiënten met gebruik van bloedglucoseverlagende middelen excl. Insulines
  • <70 jaar
  • Geen recent gebruik van antihypertensiva

Exclusie

  • Passanten
DEFINITIES
Geneesmiddelen
  • Bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines: A10B
  • Antihypertensiva:

    Diuretica
    C03A (low ceiling diuretica, thiaziden), C03EA (low ceiling diuretica met kaliumsparende middelen)

    Bètablokkers
    C07AB (selectieve bèta-blokkers), C07BB (selectieve bètablokkers met thiaziden)

    Calcium-antagonisten
    C08CA (dihydrpyiridinederivaten), C08D (selectieve calciumantagonisten), C08G (calciumantagonisten met diuretia)


    RAS-remmers: C09

 

RapportageperiodeAfgelopen maand
TOELICHTING
AfleveringVerstrekking van een geneesmiddel(groep) in de rapportageperiode
Gebruik bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines

Met een gebruiksperiode van minimaal 3 dagen onafgebroken in de rapportageperiode op basis van een aflevering in de rapportageperiode of de voorgaande 3 maanden.

Gebruik antihypertensivaMet een gebruiksperiode van minimaal 1 dag in de rapportageperiode of de hieraan voorafgaande 3 maanden, op basis van een aflevering in de rapportageperiode of de voorgaande 23 maanden.
Gecorrigeerde gebruiksperiodeBinnen de gebruikers van een geneesmiddelgroep de gebruiksperioden van de medicatiegroepen op groepsniveau corrigeren voor overlappende afleveringen (voor non-insuline bloedglucoseverlagende middelen vindt de correctie plaats op het niveau van de werkzame stof). Dat wil zeggen: Als een patiënt eerder terugkomt voor een nieuwe verstrekking wordt de overlap in gebruik gecorrigeerd door de nieuwe verstrekking achter de vorige verstrekking te leggen.
Geen recent gebruikGeen gebruik in de afgelopen 4 maanden.
Standaard gebruiksperiodeIndien bij een geneesmiddel geen daggebruik door de apotheek is ingevuld, zijn standaard 30 dagen als gebruiksperiode aangehouden.
PassantEen passant is iemand die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen.
Back to top