OMSCHRIJVING | De rapportage Therapietrouw stelt patiëntenlijsten samen met patiënten die in de afgelopen 12 maanden chronische medicatie gebruikten voor door u te kiezen therapieën, die mogelijk voor verbetering van de therapietrouw in aanmerking komen.
|
---|
Rapportageperiode | Voorafgaande 12 maanden |
Medicatie |
- Inhalatiecorticosteroïden (ICS):
R03AK06, R03AK07, R03AK08, R03AK10, R03AK11, R03AK12, R03AK13 (Glucocorticoïden in combinatie middelen), R03BA (Glucocorticoïden monotherapie) - Langwerkende luchtwegverwijders (monotherapie):
R03AC12 (salmeterol), R03AC13 (formoterol), R03AC18 (indacaterol), R03AC19 (olodaterol) of R03BB04 (tiotropium) NB: hier gaan we ervan uit dat er geen langwerkende onderhoudsmedicatie ter inhalatie naast elkaar worden gebruikt - Leukotriëenantagonisten:
R03DC - Theofylline:
R03DA04 - Directe orale anticoagulantia (DOACs):
B01AE en B01AF, met uitzondering van kortdurend gebruik (minder dan 38 dagen per gebruiksperiode).
- Voor dabigatran (B01AE07) en rivaroxaban (B01AF01) zijn alleen gebruikers van ≥ 1 DDD geïncludeerd. Deze dagdosering wijkt af van de dosering voor kortdurend gebruik. Voor de andere DOACs kon op basis van dagdosering geen onderscheid gemaakt worden tussen kortdurend en langdurend gebruik.
- Patiënten die binnen het rapportagejaar overstappen op vitamine K of trombocytenaggregatieremmers worden uitgesloten.
- Hartglycosiden:
C01A - Vasodilatantia voor chronisch gebruik:
C01D met uitzondering van C01DA en de toedieningsweg ‘sublinguaal’ (121) en ‘oromucosaal’ (34) - ‘High-ceiling’ diuretica (Lisdiuretica):
C03C - Spironolacton:
C03DA01 - Bètablokkers:
C07 met uitzondering van gebruikers van C07AA05 met afleveringen van 15 stuks en minder - Calciumantagonisten:
C08 - Middelen aangrijpend op het renine-angiotensinesysteem (RAS-remmers):
C09 - Antilipaemica:
C10 Alleen C10AX09 mag gelijktijdig met de andere statines gebruikt worden. - Trombocytenaggregatieremmers (TARs):
B01AC Patiënten die binnen het rapportagejaar overstappen op vitamine K of directe orale anticoagulantia worden uitgesloten. - Bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines:
A10B met uitzondering van injecties (farmaceutische vorm 18, 21, 44, 76, 79, 82, 83, 174, 550, 551, 552 of 559). - Botstructuur en botmineralisatiebeïnvloedende middelen (Bisfosfonaten):
M05B en G03XC01, met uitzondering van M05BA02, M05BA08, M05BB02, M05BX03, M05BX04, GPK 123072 en 114308.
|
Aflevering | Aflevering in de ‘rapportageperiode’ of de voorafgaande 3 maanden |
Gebruiker | Met een gebruiksperiode van minimaal 1 dag in de rapportageperiode op basis van ‘afleveringen’ in de rapportageperiode |
Standaard gebruiksperiode | Indien geen daggebruik door de apotheek is ingevuld, standaard 30 dagen aanhouden |
Gecorrigeerde gebruiksperiode | Voor de ‘gebruikers’ de gebruiksperioden van de geneesmiddelen op het niveau van de ‘geneesmiddelgroep’ corrigeren voor overlappende afleveringen. |
Afgedekte dagen | Het aantal dagen in de ‘rapportageperiode’ die zijn afgedekt door de som van ‘gecorrigeerde gebruiksperioden’ |
Therapietrouw-percentage per patiënt |
- Teller: het aantal ‘afgedekte dagen’ van de ‘geneesmiddelgroep’ rekening houdend met ‘gelijktijdig gebruik’ en ‘switchen’
- Noemer: het aantal dagen binnen de ‘rapportageperiode’ tussen de eerste gebruiksdag van de ‘geneesmiddelgroep’ en het einde van de ‘rapportageperiode’ rekening houdend met ‘gelijktijdig gebruik’ en ‘switchen’.
Percentage: Teller/Noemer
Voor alle recepten van de therapietrouw geldt:
- Ook bij slechts één aflevering van een middel wordt de therapietrouw berekend.
- Voor geneesmiddelgroepen die drie maanden voor start van de rapportageperiode waren afgeleverd en bij start van de rapportageperiode nog in gebruik zijn, worden de gebruiksdagen binnen de rapportageperiode meegenomen.
|
Percentage therapietrouwe patiënten |
Exclusie: ‘verlofpatiënten’ en ‘passanten’.
- Teller: aantal patiënten met een ‘ therapietrouwpercentage per patiënt’ van een geneesmiddelgroep tussen de aangegeven grenzen (standaard: ≥ 80%)
- Noemer: alle patiënten met ‘gebruik’ van de geneesmiddelgroep.
Percentage: Teller/Noemer
|
Gemiddeld percentage therapietrouw |
Exclusie: ‘verlofpatiënten’ en ‘passanten’. Het gemiddelde van alle ‘therapietrouwpercentages per patiënt’
- Teller: optelsom van alle ‘therapietrouwpercentages per patiënt’ van een geneesmiddelgroep
- Noemer: alle patiënten met ‘gebruik’ van de geneesmiddelgroep
Percentage: Teller/Noemer
|
switchen (=niet naast elkaar gebruik) | Als er verschillende geneesmiddelen binnen een geneesmiddelgroep worden gebruikt en van het ene middel overgestapt wordt op het andere. Dit betreft de volgende geneesmiddelgroepen:
- Inhalatiecorticosteroiden (ICS)
- Langwerkende luchtwegverwijders (monotherapie)
- Leukotriëenantagonisten
- Theofylline
- DOACs
- Hartglycosiden
- Vasodilatantia voor chronisch gebruik
- Lisdiuretica
- Spironolacton
- Bètablokkers
- Calciumantagonisten
- RAS-remmers
- Antilipaemica
- Trombocytenaggregatieremmers (TARs)
- Bisfosfonaten
|
gelijktijdig gebruik (= naast elkaar gebruik) | Als er verschillende geneesmiddelen binnen een geneesmiddelgroep worden gebruikt en deze naast elkaar (gelijktijdig) worden gebruikt. Dit betreft de volgende geneesmiddelgroepen:
- ‘Bloedglucoseverlagende middelen excl. insulines’
Een patiënt kan meer orale bloedglucoseverlagende middelen naast elkaar gebruiken (gelijktijdig gebruik). Hiermee wordt rekening gehouden bij het bepalen van de mate van therapietrouw. Alleen de combinatiepreparaten A10BA en A10BD mogen niet naast elkaar gebruikt worden. |
PATIENTKENMERKEN Patiënten kunnen in meerdere categorieën vallen die hieronder gedefinieerd zijn (starter, stopper, passant, verlofpatiënt) |
GDV-patiënten | Patiënt die in de meest recente maand weekleveringen heeft ontvangen |
Recent in apotheek | Patiënt die in de laatste 4 maanden een aflevering van enig WMG-middel heeft gehad |
Verlofpatiënt | Patiënt die gedurende een periode van minimaal 60 dagen geen geneesmiddelen in de apotheek hebben gehaald, terwijl ze wel in deze periode geneesmiddelen hadden moeten ophalen. Dit kan zijn door verlof, opname in een ziekenhuis of verpleeghuis of door het niet therapietrouw zijn. |
Starter | Patiënt die in de rapportageperiode met een geneesmiddel uit de geneesmiddelgroep zijn gestart. Dat wil zeggen dat ze een aflevering van het betreffende geneesmiddel hebben gehad in de rapportageperiode, zonder een aflevering van enig middel uit de geneesmiddelgroep in de 12 maanden voorafgaand aan de rapportageperiode. (EU criterium, zie SFK website) |
Stopper | Patiënt die in de laatste 4 maanden geen verstrekking heeft gehad van een geneesmiddel uit de geneesmiddelgroep, terwijl daarvoor wel nog gebruik van een middel uit de groep was |
Patiënten die geen starter/stopper zijn | Patiënt die voor de meetperiode is gestart en in de meetperiode niet is gestopt |
Nieuw in selectie | Patiënt die in de meest recente maand voor het eerst een therapietrouwpercentage heeft binnen de aangegeven grenzen. |
Passant | Patiënt die in een periode van 2 jaar slechts één voorschrift (ongeacht het geneesmiddel) verstrekt heeft gekregen of eenmalig verschillende voorschriften in maximaal 4 opeenvolgende dagen. |